E71948
3. Breng de dopsleutel voor de
slotmoer aan.
1
3
5
E75442
4. Zet de wielmoeren in de
aangegeven volgorde voorlopig
vast.
5. Laat de auto zakken en verwijder
de krik.
Velgen en banden
4
2
246
6. Draai de wielmoeren in de
aangegeven volgorde definitief
vast. Zie Technische
specificatie (bladzijde 257).
7. Druk de wieldeksel met de bal van
uw hand vast.
WAARSCHUWING
Laat het aanhaalmoment van
de wielmoeren en de
bandenspanning zo spoedig mogelijk
controleren.
N.B.: Wanneer het reservewiel een
andere maat heeft of anders is
geconstrueerd dan de overige
wielen, laat deze dan zo spoedig
mogelijk vervangen.
BANDENREPARATIESET
Uw wagen heeft eventueel geen
reservewiel. In dat geval is er een
bandenreparatieset aan boord,
waarmee u één lekke band kunt
repareren.
De bandenreparatieset bevindt zich
in de reservewielkuip.
Algemene informatie
WAARSCHUWINGEN
Afhankelijk van het type en de
omvang van de beschadiging
kunnen sommige banden slechts
gedeeltelijk of soms geheel niet
worden gedicht. Een te lage
bandenspanning kan het weggedrag
van de wagen beïnvloeden,
waardoor u de macht over het stuur
kunt verliezen.