Extra printer instellen
•
Door een netwerkconfiguratiepagina of pagina met menu-instellingen af te drukken of en het gedeelte TCP/IP
te controleren
Opmerking: u hebt dit IP-adres nodig bij de toegangsconfiguratie voor computers op een ander subnet dan de
printer.
3
Installeer het printerstuurprogramma op de computer.
a
Dubbelklik op het installatiepakket van de printer.
b
Volg de aanwijzingen op het beeldscherm.
c
Kies een bestemming en klik op Ga door.
d
Klik in het scherm Eenvoudige installatie op Installeer.
e
Voer het gebruikerswachtwoord in en klik vervolgens op OK.
Alle benodigde toepassingen worden geïnstalleerd op de computer.
f
Klik op Sluit wanneer de installatie is voltooid.
4
Voeg de printer toe.
•
Voor afdrukken via IP:
Mac OS X 10.5 of hoger
a
Ga via het Apple-menu naar een van de volgende onderdelen:
–
Systeemvoorkeuren >Afdrukken en scannen
–
Systeemvoorkeuren >Afdrukken en faxen
b
Klik op +.
c
Klik zo nodig op Voeg printer of scanner toe of Voeg ander printer of scanner toe.
d
Klik op de tab IP.
e
Typ het IP-adres van de printer in het adresveld en klik op Voeg toe.
Mac OS X 10.4 en eerder
a
Blader in de Finder naar:
Programma's >Hulpprogramma's
b
Dubbelklik op Printerconfiguratie of Afdrukbeheer.
c
Klik in de printerlijst op Voeg toe en klik vervolgens op IP-printer.
d
Typ het IP-adres van de scanner in het adresveld en klik op Voeg toe.
•
Voor afdrukken via AppleTalk:
Opmerkingen:
–
controleer of AppleTalk is ingeschakeld op de printer.
–
Deze functie wordt alleen ondersteund in Mac OS X 10.5 of lager.
Mac OS X 10.5
a
Ga in het Apple-menu naar:
Systeemvoorkeuren >Afdrukken en faxen
b
Klik op + en ga naar:
AppleTalk > selecteer uw printer >Voeg toe
41