3.
Knip het overbodige deel van de
begrenzingskabel af. Knip 1 tot 2 cm boven het
desbetreffende contact door.
4.
Druk de contacten vast op de contactpennen op
de lusgenerator/lader.
3.6 Controle van de installatie
Controleer het lussignaal door te kijken wat de
groene led op de lusgenerator/lader aangeeft.
•
Vast schijnsel = het signaal is goed.
•
Een keer knipperen om de seconde = breuk in
de draad, geen signaal aanwezig.
•
Twee keer knipperen om de seconde = zwak
signaal. Dit kan komen omdat de begrenzingslus
langer dan 350 m is of omdat de kabel
beschadigd is. Als de maaier fungeert, is dit
geen probleem.
3. INSTALLATIE
Nederlands - 25