4 Veiligheidsinstructies
4.6
Veilige staat
4.6.1
Kettingzaag
De kettingzaag verkeert in de veilige staat als aan de
volgende voorwaarden is voldaan:
– De kettingzaag is niet beschadigd.
– De kettingzaag is schoon en droog.
– De kettingvanger is niet beschadigd.
– De kettingrem functioneert.
– De bedieningselementen functioneren en er zijn geen
wijzigingen aan aangebracht.
– De kettingsmering functioneert.
– De inloopsporen op het kettingtandwiel zijn niet dieper
dan 0,5 mm.
– Een in deze handleiding aangegeven combinatie van
zaagblad en zaagketting is gemonteerd.
– Het zaagblad en de zaagketting zijn correct gemonteerd.
– De zaagketting is correct gespannen.
– Alleen origineel STIHL toebehoren voor deze kettingzaag
is gemonteerd.
– Het toebehoren is correct gemonteerd.
– De olietankdop is gesloten.
WAARSCHUWING
■ In een niet-veilige staat kunnen de componenten niet
meer correct functioneren en kunnen de
veiligheidsinrichtingen worden uitgeschakeld. Personen
kunnen ernstig of zelfs dodelijk letsel oplopen.
► Met een onbeschadigde kettingzaag werken.
► Als de kettingzaag vuil of nat is: de kettingzaag reinigen
en laten drogen.
► Met een onbeschadigde kettingvanger werken.
► Aan de kettingzaag geen wijzigingen aanbrengen.
Uitzondering: montage van een in deze handleiding
aangegeven combinatie van zaagblad en zaagketting.
0458-716-9621-C
► Als de bedieningselementen niet functioneren: niet met
de kettingzaag werken.
► Alleen origineel STIHL toebehoren voor deze
kettingzaag monteren.
► Zaagblad en zaagketting zo monteren als in deze
handleiding staat beschreven.
► Toebehoren zo monteren als in deze handleiding of in
de handleiding van het toebehoren staat beschreven.
► Geen voorwerpen in de openingen van de kettingzaag
steken.
► Als één en ander niet duidelijk is: verzoeken wij u
contact op te nemen met een STIHL dealer.
4.6.2
Zaagblad
Het zaagblad verkeert in de veilige staat als aan de
volgende voorwaarden is voldaan:
– Het zaagblad is niet beschadigd.
– Het zaagblad is niet vervormd.
– De groef is zo diep als of dieper dan de minimale
groefdiepte, @ 20.3.
– Er bevinden zich geen bramen op de randen van de groef.
– De groef is niet versmald of verbreed.
WAARSCHUWING
■ In een onveilige staat kan het zaagblad de zaagketting
niet meer correct geleiden. De ronddraaiende zaagketting
kan van het zaagblad springen. Personen kunnen ernstig
of zelfs dodelijk letsel oplopen.
► Met een onbeschadigd zaagblad werken.
► Als de diepte van de groef kleiner is dan de minimale
groefdiepte: zaagblad vervangen.
► Zaagblad wekelijks ontdoen van bramen.
► Als één en ander niet duidelijk is: verzoeken wij u
contact op te nemen met een STIHL dealer.
Nederlands
203