78
78
Hoofdstuk 4 De tool [Voorbeeld en Bewerken] gebruiken
Hoofdstuk 4 De tool [Voorbeeld en Bewerken] gebruiken
■ Dialoogvenster Eigenschap
De volgende instellingen die met het printerstuurprogramma zijn opgegeven, kunnen worden gewijzigd.
1 : Raadpleeg het tabblad [Printerinstallatie] − [Geavanc.] in het printerstuurprogramma voor meer informatie over
de instellingen.
2 : Raadpleeg het tabblad [Printerinstallatie] − [Optie] in het printerstuurprogramma voor meer informatie over de
instellingen.
(A
61)
(A
65)
1
2
1