Tabblad [Optie] (raadpleeg
6
Afdrukken starten.
Klik op [OK] of [Afdrukken] in het dialoogvenster [Afdrukken] om de data van het geselecteerde documentbestand
naar uw RISO-printer te verzenden en af te drukken volgens de instellingen die bij de vorige stap zijn opgegeven.
● Bij verbinding via kabel
De origineeldata worden naar de printer verzonden.
Nadat het proces voor het ontvangen van data is voltooid, wordt de master gemaakt en wordt afgedrukt op
basis van de instelling van [Auto Afdrukken] (A
Raadpleeg de gebruikershandleiding van de printer voor meer informatie over de afdrukmethode.
B D
oor [Uitvoer] (A
niet beschikbaar in de SF5EII-serie.)
● Bij afdrukken via USB-flashdrive
Origineeldata worden opgeslagen op een USB-flashdrive. Ontkoppel de USB-flashdrive van uw computer en
sluit de flashdrive op de printer aan.
● SF5EII-serie
De printer ontvangt data van de USB-flashdrive.
Nadat de data zijn ontvangen, wordt de master gemaakt en wordt afgedrukt op basis van de instelling van
[Auto Afdrukken] (A
Na het afdrukken worden de data op de USB-flashdrive automatisch verwijderd.
● Andere series dan de SF5EII-serie
● Wanneer [Uitvoer] (A 47) is ingesteld op [Afdrukken via USB (handmatig)]
Het scherm [USB-Takenlijst] wordt automatisch weergegeven op het bedieningspaneel van de printer.
Als het scherm niet automatisch wordt weergegeven, raakt u [USB-flashdrive] op het tabblad [Functies]
aan.
1 Selecteer de opgeslagen data en raak [Details] aan.
2 Raak de knop [Opzoeken] aan.
3 Druk op de toets Start.
De master wordt gemaakt en er wordt afgedrukt overeenkomstig de instelling van [Auto Afdrukken] (A
● Wanneer [Uitvoer] (A 47) is ingesteld op [Afdrukken via USB (autom.)]
De printer ontvangt automatisch data van de USB-flashdrive.
Nadat de data zijn ontvangen, wordt de master gemaakt en wordt afgedrukt op basis van de instelling
van [Auto Afdrukken] (A
Na het afdrukken worden de data op de USB-flashdrive automatisch verwijderd.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van de printer voor meer informatie over de afdrukmethode.
● Bij gebruik van [Taakgeheug. Afdrukken]
De tool "Voorbeeld en Bewerken" wordt automatisch gestart en de data worden geconverteerd naar een
patroon in het papiergeheugen.
Voer het patroon in het papiergeheugen uit vanaf de laserprinter. Raadpleeg
uitvoermethode.
U kunt het origineel in het papiergeheugen uitvoeren door het met de printer te scannen.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van de printer voor meer informatie over de afdrukmethode.
65 voor gedetailleerde instellingen)
A
62).
47) te gebruiken, kunt u tijdens het afdrukken gegevens op de printer opslaan. (Deze functie is
62).
62).
Hoofdstuk 3 Werken met het printerstuurprogramma
Hoofdstuk 3 Werken met het printerstuurprogramma
79 voor meer informatie over de
A
43
43
62).