46
46
Hoofdstuk 3 Werken met het printerstuurprogramma
Hoofdstuk 3 Werken met het printerstuurprogramma
Wanneer u een ander aangepast papierformaat gebruikt dan wordt weergegeven, selecteert u [Aangepast] en voert u
de breedte en lengte in de betreffende vakjes in.
B U kunt een afwijkend papierformaat in de vervolgkeuzelijst selecteren door het vooraf te registreren.
B W elk bereik van papierformaten u in het dialoogvenster [Aangepast] kunt invoeren, is afhankelijk van uw RISO-printer. Zie
voor meer informatie de gebruikershandleiding voor uw RISO-printer.
B U kunt [mm] en [inch] als eenheid voor het formaat selecteren.
[Staand] [Liggend]
Met deze optie kunt u de paginarichting afstemmen op de invoerrichting.
Geef de paginarichting op.
Richting van papier: [Staand]
Richting van
papier
B Let erop dat u dezelfde afdrukstand opgeeft als die is ingesteld in de toepassingssoftware die gebruikt werd voor
het maken van de documentgegevens.
Richting van papier: [Liggend]
Richting van
papier
(A
36)