2. Inspectiepunten op moment van levering aan de klant *Lees ook aandachtig de
"1. VEILIGHEIDSMAATREGELEN"
Inspectiepunt
Is de lokale instelling (indien nodig) gebeurd?
Zijn de afdekking van de schakelkast, het luchtfilter en het frontpaneel bevestigd?
Wordt er voldoende koude lucht (warme lucht) geblazen tijdens de koeling (verwarming)?
Heeft u uw klant de werking van het systeem uitgelegd en de gebruiksaanwijzing laten zien?
Heeft u de in de gebruiksaanwijzing beschreven koeling, verwarming, droging en automatische
koeling/verwarming uitgelegd?
Heeft u de klant uitgelegd wat de ingestelde luchtstroomsnelheid is als de luchtstroomsnelheid
op de thermostaat wordt uitgezet?
Staat de noodschakelaar (EMG.) van de printplaat AAN? Bij levering af fabriek, staat die op
normaal (NORM).
Heeft u uw klant de gebruiksaanwijzing overhandigd? (Geef hem ook de installatiehandleiding.)
Items die uitleg behoeven
Als de punten die in de gebruiksaanwijzing zijn gemarkeerd met
OPGELET niet in acht worden genomen, kunnen daaruit letsels en/of materiële schade
voortvloeien. Daarom is het belangrijk om naast het algemene gebruik ook deze punten uit te
leggen aan de klant en de klant te vragen ze grondig te lezen. Het is van belang dat u uw klant
een volledige beschrijving geeft van de werking van het systeem en hem aanbeveelt om de
gebruiksaanwijzing te lezen.
2-4 OPMERKINGEN VOOR DE INSTALLATEUR
Geef uw klanten instructies voor de juiste bediening van het apparaat (vooral voor het reinigen van
filters, de bediening van de verschillende functies en het instellen van de temperatuur) door de klant
zelf het apparaat te laten bedienen terwijl hij de handleiding letterlijk leest.
3. SELECTEREN VAN DE INSTALLATIELOCATIE
Zorg ervoor dat de kunststof onderdelen van het apparaat niet belast worden wanneer het apparaat
wordt geopend of wanneer deze wordt verplaatst nadat deze is geopend.
(1) Monteer het apparaat op een plaats die aan de volgende voorwaarden voldoet en die ook de instemming van
de klant heeft.
• Bovenin (ook boven het plafond ) de binnenunit waar geen water van de koelmiddelleiding, de
afvoerleiding, de waterleiding enz. omlaag kan druppelen.
• Waar de lucht optimaal kan circuleren.
• Waar de wand stevig genoeg om het gewicht van de binnenunit te dragen.
• Waar de wand redelijk vlak is.
• Waar de luchtdoorgangen niet geblokkeerd worden.
• Waar voldoende ruimte voor installatie en onderhoud kan worden gewaarborgd. (Zie Afb. 1 en Afb. 2)
• Waar condens goed kan worden afgevoerd.
• Waar de leidingen tussen de binnen- en buitenunits binnen de voorgeschreven limiet blijven.
(Raadpleeg de montagehandleiding van de buitenunit.)
• Waar de muur redelijk vlak en verticaal is.
Nederlands
WAARSCHUWING en
Contro-
leren
5