6. AANLEGGEN VAN KOELMIDDELLEIDINGWERK
Meer informatie over de koelmiddelbuizen voor de buitenunit vindt u in de installatiehandleiding
die aan de buitenunit is bevestigd.
Breng zowel in de gas- als in de vloeistofleidingen warmte-isolatie aan. Onvolledig aangebrachte
isolatie kan waterlekkage tot gevolg hebben. De thermische weerstand van de isolatie voor
gasleidingen moet 120°C of hoger zijn. In een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad moet
u de isolatie van de koelmiddelleidingen verstevigen. Als er onvoldoende is geïsoleerd, kan zich
condensatie vormen op het isolatieoppervlak.
Controleer vooraf of het koelmiddel wordt gebruikt in overeenstemming met de specificatie van
de buitenunit. (Als u een ander koelmiddel gebruikt, kunt u de unit niet normaal bedienen.)
OPGELET
Dit product is een speciaal model voor koelmiddel R410A of R32. Tijdens de installatie moet u de
volgende voorzorgsmaatregel in acht nemen.
• Voor een flensverbinding moet u, in overeenstemming met het gebruikte koelmiddel, speciale
snij- en flenstools voor de leiding.
• Breng ester- of etherolie aan op de binnenkant van het flensgedeelte voor u het aansluit.
• Gebruik alleen de met het apparaat meegeleverde flensmoeren. Gebruik geen flensmoer klasse 1.
Als u dat wel doet kan er koelmiddel lekken.
• Knijp het uiteinde van de buis dicht of plak het af met tape om te voorkomen dat vuil, vocht of
andere vreemde stoffen de buis kunnen binnendringen.
• Voorkom dat lucht of andere stoffen dan het koelmiddel in de koelmiddelleidingen terecht
kunnen komen. Ventileer de ruimte onmiddellijk wanneer gasvormig koelmiddel ontsnapt tijdens
de installatiewerkzaamheden.
• De buitenunit is gevuld met koelmiddel.
• Gebruik, zoals u ziet op de afbeelding, altijd zowel een steeksleutel als
een momentsleutel om leidingen aan te sluiten op of los te koppelen
van de unit. (Zie Afb. 14)
• Zie "Tabel 2" voor de afmetingen voor flenzen.
• Als u de flensmoer aansluit, breng dan ester- of etherolie aan op de
binnenkant van het flensgedeelte en draai de moer 3-4 keer rond met
de hand voor u ze vastschroeft. (Zie Afb. 15)
OPGELET
• Zorg dat u het flensgedeelte hierbij niet beschadigt.
• Als de verbinding te strak wordt aangedraaid, kan de flens beschadigd
raken en lekkage van
koelmiddel veroorzaken.
Tabel 2
Leidingmaat (mm)
φ 9,5 (3/8")
φ15,9 (5/8")
• Zie "Tabel 2" voor het juiste aandraaimoment.
OPGELET
Isoleer alle ter plaatse gemonteerde leidingen helemaal tot aan de leidingkoppeling binnenin het apparaat.
Wanneer iemand een niet-geïsoleerde leiding aanraakt, kan deze een brandwond oplopen, of kan daardoor condens
worden gevormd op de leiding.
12
Aanspanmoment (N·m)
32,7-39,9
61,8-75,4
Verbinding van
de leidingen
Voor verbrede uiteinden bedoelde moer
Breng ester- of etherolie
aan op deze kant.
Trompmaat A (mm)
12,8 - 13,2
19,3 - 19,7
Momentsleutel
Moersleutel
Afb. 14
Afb. 15
Tromp
R0,4-0,8
Nederlands