Regelaars en functies
!
#
$
! Functieknoppen van de knop
Als u op deze knoppen drukt, worden de functies gewijzigd die
zijn toegewezen aan de vier knoppen. Het lampje naast de
momenteel actieve parameters licht op. In de modus Voice
wordt de functie van elke knop toegepast op de huidige voice;
in de modus Performance/Multi wordt de functie van elke knop
alleen toegepast op de momenteel geselecteerde part (of op
alle parts, afhankelijk van de instelling).
OPMERKING
Als u de knoppen van de functie EFFECT regelt, is dit
altijd van invloed op de klank van alle parts. Met de
knoppen van de functie MIC, kunt u onafhankelijke
aanpassingen doen.
@ Knoppen
Met deze vier uiterst veelzijdige knoppen kunt u diverse
aspecten of parameters van de huidige voice aanpassen.
Gebruik de functieknoppen van de knop om de ingestelde
parameter voor de knop te wijzigen.
# Knop Arpeggio/Effect Function
Als u op deze knop drukt, worden de functies gewijzigd die zijn
toegewezen aan de vijf functieknoppen. U kunt een of twee
verschillende functies selecteren: de arpeggio selecteren van
1 – 5 en elk effect in- of uitschakelen.
$ Knop [DAW REMOTE]
In de modus Remote kunt u de sequencersoftware op uw
computer besturen via de paneelregelaars op het instrument.
U activeert de modus Remote door de knop [DAW REMOTE]
aan te zetten.
% Functieknoppen
In de modus Remote zijn 'Top', 'Repeat On/Off', 'Stop', 'Play' en
'Record' toegewezen aan elk van deze knoppen.
In andere modus worden de functies die worden opgegeven via
de knop Arpeggio/Effect Function aan deze knoppen
toegewezen.
^ ASSIGNABLE FUNCTION [1]/[2]-knoppen
U kunt een specifiek element oproepen van de geselecteerde
voice door op elk van deze knoppen te drukken tijdens het
keyboardspel. U kunt ook andere functies toewijzen aan deze
knoppen.
& OCTAVE [-]/[+]-knoppen
Gebruik deze knoppen om het nootbereik van het keyboard in te
stellen. Om de normale octaafinstelling te herstellen, drukt u
gelijktijdig op beide knoppen.
12
S90 XS/S70 XS Gebruikershandleiding
@
%
^
&
*
* TRANSPOSE [-]/[+]-knoppen
Gebruik deze knoppen om de algehele toonhoogte van de noot
een halve toon te verhogen of verlagen. Om de normale
octaafinstelling te herstellen, drukt u gelijktijdig op beide
knoppen.
( LCD (Liquid Crystal Display)
Op de LCD-display met achtergrondverlichting worden de
parameters en waarden weergegeven die betrekking hebben op
de huidige geselecteerde handeling of modus.
B
E
D
A
F
A Knop [SHIFT]
Als u op deze knop drukt en tegelijkertijd op een andere knop,
kunt u verschillende opdrachten uitvoeren. De hoofdfuncties zijn
als volgt.
[SHIFT] +
START/STOP
CLICK AAN/UIT
AUDIO REC/PLAY
Naar de display Rec Standby gaan in de
modus Audio Rec/Play
VOICE
De bewerkte voice bulkdumpen
PERFORM
De bewerkte performance bulkdumpen
MULTI/SEQ PLAY
De bewerkte multi bulkdumpen
ENTER
Taptempo voor de arpeggio
INC/DEC, draaiknop
Het programmanummer ±10 wijzigen.
Data
De geselecteerde parameter ±10 wijzigen in
de display Edit
Cursor [L]/[R]
De displaymodus selecteren in de LCD.
Knoppen 1 – 4
De parameterwaarde voortdurend wijzigen
FAVORITE
De huidige voice/performance/multi toevoegen
aan/verwijderen uit de favoriete categorie
PANEL LOCK
Naar de display Utility Panel Lock gaan
OPMERKING
Alle functies zijn opgenomen in de Data List (PDF-
bestand).
B Draaiknop Data
Hiermee bewerkt u de momenteel geselecteerde parameter. Als
u de waarde wilt verhogen, draait u de knop rechtsom (met de
klok mee). Als u de waarde wilt verlagen, draait u de knop
linksom (tegen de klok in). Wanneer een parameter met een
groot waardebereik is geselecteerd, kunt u de waarde in grotere
stappen wijzigen door de knop snel te draaien.
C Knop [INC]
Hiermee verhoogt u de waarde van de momenteel
geselecteerde parameter.
D Knop [DEC]
Hiermee verlaagt u de waarde van de momenteel geselecteerde
parameter.
C
G
Functies