Storing thermistor afvoerleiding
J3
(buitenunit)
Storing thermistorsysteem
J5
aanzuigleiding (buitenunit)
Storing thermistor
J6
vloeistofverdelingleiding
buitenwarmtewisselaar (buitenunit)
Storing thermistor condensator/
J7
verdamper buitenwarmtewisselaar
(buitenunit)
Storing thermistorsysteem
J8
vloeistofleiding (buitenunit)
Thermistor in gasleiding defect (koelen)
J9
(buitenunit)
Storing druksensorsysteem
JA
afvoerleiding (buitenunit)
Storing druksensorsysteem
JC
aanzuigleiding (buitenunit)
L1
Storing invertersysteem (buitenunit)
L3
Storing thermistor reactor (buitenunit)
L4
Oververhit koelelement (buitenunit)
Momentane overspanning
L5
(buitenunit)
L8
Thermische beveiliging (buitenunit)
L9
Afslagbeveiliging (buitenunit)
Storing transmissie tussen inverter
LC
en regelkast buitenunit
P1
Open fase (buitenunit)
Storing DCL-sensorsysteem
P3
(buitenunit)
Storing thermistor koelelement
P4
(buitenunit)
Storing in de uitgangsgelijkstroom
P6
van het sensorsysteem (buitenunit)
PJ
Storing capaciteitsinstelling (buitenunit)
Temperatuur aanzuigleiding abnormaal
U0
(buitenunit)
U1
Omgekeerde fase (buitenunit)
U2
Storing voedingsspanning (buitenunit)
U4
Transmissiefout (tussen binnen- en
UF
buitenunits)
32
Er volgt een abnormale stop, afhankelijk van
het model of de toestand.
Er volgt een abnormale stop, afhankelijk van
het model of de toestand.
Er volgt een abnormale stop, afhankelijk van
het model of de toestand.
Er volgt een abnormale stop, afhankelijk van
het model of de toestand.
Storing koeling inverter.
De compressormotoren en -turbines kunnen
af te rekenen hebben met een storing in de
aarding of kortsluiting.
De compressormotoren en -turbines kunnen
overbelast en afgesloten zijn.
De compressor kan geblokkeerd zijn.
Er volgt een abnormale stop, afhankelijk van
het model of de toestand.
Probleem met de adapter voor
capaciteitsinstelling of capaciteitsgegevens,
of loskoppeling van de adapter voor
capaciteitsinstelling, probleem bij de
aansluiting van de adapter, of de capaciteit
is niet ingesteld op de datachip.
Hoeveelheid koelmiddel mogelijk
onvoldoende.
Er volgt een abnormale stop, afhankelijk van
het model of de toestand.
Verwissel twee van de fasedraden L1, L2 en L3.
De open fase van de inverter of hoofd-
kringcondensator werkt mogelijk niet goed.
Er volgt een abnormale stop, afhankelijk van
het model of de toestand.
Bedradingsfout tussen binnen- en buitenunit.
Of storing printplaat binnen- en buitenunit.
Nederlands