FVA71AMVEB FVA100AMVEB SPLIT SYSTEM Airconditioner Installatiehandleiding FVA125AMVEB FVA140AMVEB AVA125AMVE INHOUD 1. VEILIGHEIDSMAATREGELEN ................1 2. VOOR INSTALLATIE....................4 3. SELECTEREN VAN DE INSTALLATIELOCATIE ..........7 4. INSTALLATIE VAN DE BINNENUNIT..............9 5. DE KOELMIDDELLEIDING ................11 6. DE AFVOERLEIDING..................15 7. WANNEER DE OPTIONELE AFSTANDSBEDIENING (BRC1E model) WORDT GEBRUIKT ALS BEDIENINGSPANEEL..........16...
Pagina 4
Dat kan scheuren, elektrische schokken of brand tot gevolg hebben (alleen voor R32-koelmiddel). • Zorg ervoor dat de installatie-, onderhoud- en reparatiewerkzaamheden worden uitgevoerd in overeenstemming met de aanwijzingen van Daikin en voldoen aan de toepasselijke wetgeving (zoals de nationale gasregelgeving, bijvoorbeeld); daarenboven dienen al deze werkzaamheden door erkende personen te worden uitgevoerd.
Pagina 5
• Wanneer de airconditioner geïnstalleerd of verplaatst wordt, vergeet niet het koelmiddelcircuit volledig te ontluchten en gebruik alleen het voorgeschreven koelmiddel (R410A of R32 – op basis van de specificaties van de unit. Het koelmiddel mag niet worden verwisseld). Lucht of andere vreemde stoffen in het koelmiddelcircuit kunnen de druk abnormaal doen stijgen en aldus de apparatuur beschadigen en zelfs iemand verwonden.
2. VOOR INSTALLATIE Zorg ervoor dat de kunststof onderdelen van het apparaat niet belast worden wanneer het apparaat wordt geopend of wanneer deze wordt verplaatst nadat deze is geopend. Controleer vooraf of het koelmiddel dat voor de installatie wordt gebruikt, wel degelijk R32 of R410A is.
2-2 ACCESSOIRES Controleer of de volgende accessoires met de unit zijn meegeleverd. Bewaar alle eventueel overtollige onderdelen totdat de gehele installatie gereed is. (3) Doorvoer Naam (1) Installatiebeugel (4) Bus Fittingisolatie beschermrubber Hoeveelheid 1 set 2 stuks 1 stuk 1 elk (5) Voor gasleidingen Vorm (2) Schroef (M4 ×...
Pagina 8
BESTEED TIJDENS INSTALLATIE EXTRA AANDACHT AAN DE VOLGENDE PUNTEN EN INSPECTEER NA INSTALLATIE. 1. Inspectiepunt na voltooiing van installatie Inspectie- Inspectiepunt Wat kan gebeuren als het niet goed is uitgevoerd punt Als de apparaten loskomen, kunnen ze trillingen Zijn de binnen- en buitenunit stevig gemonteerd? of lawaai veroorzaken.
2-4 OPMERKINGEN VOOR DE INSTALLATEUR Geef uw cliënten uitgebreide instructies (in het bijzonder wat betreft het reinigen van filters, bedienen van de verschillende functies en het instellen van de temperatuur) door hen zelf het apparaat te laten bedienen terwijl ze de handleiding lezen. 3.
Pagina 10
Minimum vloeroppervlakte Raadpleeg de onderstaande grafiek of tabel om de minimum vloeroppervlakte te bepalen. (1) Afhankelijk van de hoeveelheid koelmiddel (m), bedraagt de minimum vloeroppervlakte (Amin). INFORMATIE: • Als de vereiste precieze waarde van de hoeveelheid koelmiddel (m) hieronder niet wordt vermeld, gebruik dan de dichtstbij gelegen hogere waarde.
4. INSTALLATIE VAN DE BINNENUNIT WAARSCHUWING • Gebruik alleen accessoires, optionele apparatuur/uitrustingen en reserveonderdelen die door DAIKIN gemaakt of goedgekeurd werden. • De installatie dient door een installateur uitgevoerd te worden; de keuze van het materiaal en de installatie dienen te voldoen aan de toepasselijke wetgeving.
Pagina 12
3. Voor normale installatie. Verwijder de schroef (2) die de installatiebeugel (1) vasthoudt aan het bovenpaneel. Verander de montagerichting van de beugel zoals getoond in de onderstaande afbeelding en zet hem met de bevestigingsschroeven (12) vast op het bovenpaneel. Bevestig de beugel daarna aan de muur met de gepaste schroeven (niet meegeleverd).
‹Hoe dauwbestendig materiaal bevestigen (alleen indien verbonden met de RZQSG71L en RZASG71)› • Om het werk gemakkelijker te maken zet u de bovenste 5 horizontale jaloezieën naar boven en de 3 onderste jaloezieën naar beneden. Maak daarna het voorziene dauwbestendige materiaal (10) vast aan derde horizontale jaloezie van onderaan zoals getoond in Afb.
Pagina 14
• De buitenunit is gevuld met koelmiddel. • De koelmiddelleiding kan langs de volgende zijde uit de unit worden genomen. Linkerzijde, rechterzijde, achterzijde, onderzijde U moet zelf beslissen via welke zijde u de koelmiddelleiding uit de unit wil nemen. • Maak de verbindingen altijd met een steeksleutel en een momentsleutel, zoals is weergegeven in de afbeelding, wanneer de leiding worden bevestigd op/losgekoppeld van het apparaat.
Pagina 15
De materialen in koper en de warmte-isolatiematerialen kiezen Interunitkabel • Controleer het volgende bij het gebruik van in de handel verkrijgbare Gasleiding koperen buizen en koppelstukken: Vloeistofleiding 1. Isolatiemateriaal: Polyethyleenschuim Warmteoverdrachtssnelheid: 0,041 tot 0,052 W/mK (0,035 tot 0,045 kcal/mh°C) De buitenwand van de koelmiddelgasbuizen kan een temperatuur Isolatie Isolatie gasleiding...
Pagina 16
VOORZORGSMAATREGELEN Let op dat u de ventilatorbehuizing niet beschadigt bij het aanbrengen van de leidingen. De ventilatorbehuizing is gemaakt van polyethyleenschuim. Let op dat u de ventilatorbehuizing niet beschadigt met het leidinguiteinde wanneer u de binnenunit installeert. • Nadat de koelmiddelleidingen en elektrische bedrading zijn geplaatst, zet u de koelmiddelleidingen, de afvoerslang van de binnenunit, de bedrading die de binnen- en buitenunits met elkaar verbindt en de aardingskabel vast met de leidingbevestigingsplaat (Zie Afb.
VOORZORGSMAATREGELEN • Let op dat u alle lokale leidingen isoleert tot aan de leidingaansluiting binnenin de unit. Bloot liggende leidingen kunnen condensatie of brandwonden bij aanraking veroorzaken, of elektrische schokken of brand tot gevolg hebben als de bedrading wordt aangeraakt. •...
2. Controleer na het aanleggen van de leiding of de afvoer goed afvloeit en er geen water lekt uit de verbindingen. • Giet voorzichtig ongeveer 1 liter water door de luchtuitlaat naar binnen zodat dit direct onder een hoek en zonder te spatten op de warmtewisselaar valt.
Pagina 19
VOORZORGSMAATREGELEN • De printplaat van de afstandsbediening zit vast aan de bovenste afdekplaat. Let op dat u de printplaat niet krast met de schroevendraaier. • Let op dat er geen stof of vloeistof op de printplaat van de afdekplaat terechtkomt wanneer die is verwijderd. 2) Snij het gearceerdeel van de onderste afdekplaat weg en bevestig de afdekplaat daarna met schroeven (11) aan het deksel (7).
Pagina 20
4) Zet de bovenste afdekplaat op de onderste afdekplaat door de lipjes (6 posities) uit te lijnen op de onderste afdekplaat. • Let op dat de bedrading niet vast komt te zitten. • Verwijder de beschermende film die aan de bovenste afdekplaat is vastgemaakt. 2.
Pagina 21
OPMERKING • Als de houder van het rooster loskomt bij het verwijderen van het frontpaneel, maak hem dan vast zoals hieronder getoond. 1. Installeer de houder van het rooster en breng daarbij de inkeping op één lijn met de rib van het frontpaneel. 2.
5. Zet het frontpaneel weer op zijn oorspronkelijke installatiepositie. 6. Verwijder het deksel van de regelkast en sluit de draad van de afstandsbediening aan op klemmen P1 en P2 (geen polariteit) van het klemmenblok (X1M). Aansluitingenblok (X1M: 4P) Bedrading voor hoge Bedrading spanning en aardingsdraad voor lage spanning...
Pagina 23
Legenda van het geünificeerd bedradingsschema Voor de toegepaste onderdelen en de nummering, raadpleeg het bedradingsschema op de unit. De nummering van de onderdelen gebeurt voor elk onderdeel in Arabische cijfers in stijgende volgorde en wordt in het overzicht onderaan met het symbool "*" in de code van het onderdeel weergegeven. STROOMONDERBREKER AARDING AANSLUITING...
8-2 SPECIFICATIES VOOR TER PLAATSE VERKREGEN BEDRADING Voor de bedrading van de buitenunit dient u de installatiehandleiding te raadplegen die bij de buitenunit is geleverd. Afstandbediening en transmissiebedrading zijn ter plaatse te voorzien. (Zie Tabel 3) De getoonde bedradingsspecificaties gelden op voorwaarde dat de bedrading een spanningsval van 2% heeft. Tabel 3 Onderdeel Specificatie...
Pagina 25
‹Methodes om de bedrading tussen binnen- en buitenunits, aardleiding en de bedrading van de afstandsbediening aan te sluiten› • Verwijder het deksel van de regelkast en de leidinghouder zoals getoond in Afb. 29 en sluit de draden met overeenstemmende nummers aan op het aansluitingenblok (X2M: 3P) aan de rechterzijde van de unit. Klem de aardingskabel stevig vast op de aardingsklem.
• Gebruik een geschikte schroevendraaier om de klemschroeven vast te draaien. Kleine schroevendraaiers beschadigen de kop van de schroeven en kunnen de schroeven niet voldoende aandraaien. • Als de aansluitschroeven te strak worden Tabel 4 aangedraaid kunnen de schroeven beschadigen. Aanhaalmoment (N·m) •...
Pagina 27
Groepsbesturing Hoofdvoeding Aard- Aard- Aard- lek- lek- lek- scha- scha- scha- kelaar kelaar kelaar Buitenunit Buitenunit Buitenunit Binnenunit Binnenunit Binnenunit (Master) Afstandsbediening groepsbesturing (Optioneel accessoire) Afb. 35 Bij het implementeren van groepsbesturing • Bij gebruik als een paar-unit kunt u via de afstandsbediening gelijktijdige start/stop-(groeps)besturing uitvoeren op tot 16 units.
Pagina 28
Bediening 2 afstandsbedieningen Hoofdvoeding Aardlek- schakelaar Buitenunit Afstands- Binnenunit bediening Afstands- (Optionele bediening accessoires) (Optionele accessoires) Afb. 37 Besturing via twee afstandsbedieningen (Besturing van 1 binnenunit via 2 afstandsbedieningen). • Bij gebruik van 2 afstandsbedieningen dient één afstandsbediening te worden ingesteld op "HOOFD" en de andere op "HULP".
10. INSTALLATIE VAN AANZUIGROOSTER 1. Haak het aanzuigrooster in de gleuf op het bodemframe van de unit in de volgorde van (1)→(2). (Zie Afb. 40) 2. Pas de roosteraanslag (voorpaneel) in de gleuf op het aanzuigrooster en schroef het rooster op zijn oorspronkelijke plaats vast. (Zie Afb. 41) * Let erop de schroeven niet te vast te draaien.
11. LOKALE INSTELLING ‹Voltooi alle "Inspectiepunten na voltooiing van het werk" (pagina 5).› • Zorg dat de installatie en de bekabeling voor de binnen- en buitenunits volledig voltooid zijn. • Zorg dat al de volgende items gesloten zijn: het deksel van de regelkast van de binnenunit en het buitenste bord en het kabeldeksel van de buitenunit.
11-3 INSTELLING VAN DE LUCHTSTROOM VERHOGEN (klasse 71 - 100) • De ingestelde luchtstroom (HH, H en L) kan op vraag van de klant of naargelang de installatie- omstandigheden worden verhoogd. Wijzig het TWEEDE CODENR. in dergelijk geval zoals te zien is in Tabel 7.
Pagina 32
12-1 ZO STELT U DE OORZAAK VAN EEN PROBLEEM VAST Wanneer het apparaat is ingeschakeld. Problemen kunnen worden gecontroleerd via de afstandsbediening. Voor het bepalen van de storing bij afstandsbediening model BRC1E moet u de installatiehandleiding van de afstandsbediening raadplegen. Voor andere afstandsbedieningen verloopt de diagnose van storingen via de volgende procedure.
Pagina 33
Fout in de transmissie tussen de (hoofd)printplaat van de binnenunit en de (sub)printplaat van de binnenunit. Storing temperatuursensor vloeistof- Er volgt een abnormale stop, afhankelijk van leiding warmtewisselaar binnenunit het model of de toestand. Storing thermistor condensator/ Er volgt een abnormale stop, afhankelijk van verdamper warmtewisselaar binnenunit het model of de toestand.
Pagina 34
Storing thermistor afvoerleiding Er volgt een abnormale stop, afhankelijk van (buitenunit) het model of de toestand. Storing thermistorsysteem aanzuigleiding (buitenunit) Storing thermistor Er volgt een abnormale stop, afhankelijk van vloeistofverdelingleiding het model of de toestand. buitenwarmtewisselaar (buitenunit) Storing thermistor condensator/ Er volgt een abnormale stop, afhankelijk van verdamper buitenwarmtewisselaar het model of de toestand.
Pagina 35
Transmissiefout (tussen binnen- en De transmissie tussen de binnenunit en de afstandsbedieningunits) afstandsbediening verloopt niet correct. Transmissiefout tussen hoofd- en sub- afstandsbediening (storing sub- afstandsbediening) Fout systeeminstelling of simultaan AAN/UIT Fout lokale instelling multi-split type. Transmissiefout (tussen binnenunit en centrale afstandsbediening) Fout adresinstelling afstandsbediening Transmissiefout in Er volgt een abnormale stop, afhankelijk van...
13. BEREIK indien de temperatuur of de vochtigheid buiten de volgende limieten valt, kan de veiligheidsapparatuur in bedrijf komen en de airconditioner afslaan, en soms kan er water uit de binnenunit lekken. Voor de combinatie met een R410A-buitenunit, raadpleeg de volgende tabel: Buitenunits Koelen Verwarmen...