VOORZORGSMAATREGELEN
Let op dat u de ventilatorbehuizing niet beschadigt bij het aanbrengen van de leidingen.
De ventilatorbehuizing is gemaakt van polyethyleenschuim.
Let op dat u de ventilatorbehuizing niet beschadigt met het leidinguiteinde wanneer u de binnenunit
installeert.
• Nadat de koelmiddelleidingen en elektrische bedrading zijn geplaatst, zet u de koelmiddelleidingen,
de afvoerslang van de binnenunit, de bedrading die de binnen- en buitenunits met elkaar verbindt
en de aardingskabel vast met de leidingbevestigingsplaat (Zie Afb. 12). Tijdens dit werk kan de
koelmiddelleiding die in de binnenunit binnenkomt, in contact komen met het aanzuigrooster.
Zorg er bijgevolg voor dat u de koelmiddelleiding vanaf de leidingopsluitplaat niet verlengt.
(Voor elektrische bedrading, zie "8. HET AANLEGGEN VAN DE ELEKTRISCHE BEDRADING".)
• Voer de thermische isolatie uit nadat de lektest op de leidingaansluitingen is voltooid. (Zie Afb. 13)
• Voer de thermische isolatie van zowel de water- als gasleidingen uit met de meegeleverde
fittingisolatie (5) en (6). (Zet beide uiteinden van de fittingisolatie (5) en (6) vast met de klem (8).
14
Nederlands