Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

7•1 VOORBEREIDING EN INGEBRUIK-
NAME
• De voorbereiding en de ingebruikname van uw zitmaaier zijn zeer
technisch van aard. Om deze reden wordt deze operatie verzorgd
door uw erkende dealer.
7•2 VEILIGHEIDSSYSTEMEN
• De maaimachine is uitgerust met een veiligheidsbeugel (afbeelding 2)
en een veiligheidsgordel (a afbeelding 4). Voor uw eigen veiligheid
raden wij u aan de maaimachine alleen te gebruiken wanneer de
veiligheidsbeugel omhoog staat. U kunt de beugel terug klappen door
de veiligheidspin eruit te halen (a afbeelding 2) en door de beugel
om haar as te draaien (afbeelding 3). In de neergeklapte positie
wordt de beugel met behulp van een touw door een draaibeweging
geblokkeerd (a afbeelding 3).
Doe altijd uw veiligheidsgordel om wanneer het ROPS-systeem
omhoog staat in de gebruikspositie.
Doe de veiligheidsgordel NOOIT om wanneer het ROPS-
systeem niet in de gebruikspositie staat.
Doe de ROPS-beugel voorzichtig naar boven en beneden om
te voorkomen dat uw vingers knel komen te zitten tussen het
vaste en bewegende gedeelte.
• De grasmaaier is uitgerust met veiligheidsschakelaars die in werking
worden gezet door:
1. de besturingsstang voor de transmissie van de vooruit.
2. het achterste gedeelte van de opvangbak en/of het voorste gedeelte
van de opvangbak (met lediging in de hoogte).
3. de handrem.
4. de stoel.
• De motor kan pas worden aangezet indien:
- de bestuurder op de stoel zit of de handrem is aangetrokken.
- de bedieningspedalen voor de voortbeweging in hun vrij staan.
- het maaisysteem niet ingeschakeld is.
• De motor stopt wanneer:
- de operator de stoel verlaat zonder de handrem te hebben aange-
trokken.
- de operator de stoel verlaat terwijl het maaisysteem ingeschakeld is.
- de operator een bedieningspedaal voor de voortbeweging bedient
met aangetrokken handrem.
- de bestuurder rijdt te snel zonder dat de bak in de werkpositie staat
(alleen voor het model HVHP - HVHPX - BVHP - BVHPX).
• Het maaien stopt wanneer:
- de operator de stoel verlaat.
- de bak wordt geleegd.
• Het maaisysteem kan pas in gebruik worden genomen wanneer:
- de bestuurder op de stoel zit.
- het achterste gedeelte van de opvangbak dicht staat.
- de opvangbak in werkstand staat.
OPMERKING:
Indien het veiligheidslampje koppeling messen
(punt 12 pagina 9) brandt, is aan alle veiligheids-voorwaarden voldaan
om de messen in te schakelen.
LET OP!
Wanneer de opvangbak geleegd wordt, valt het
maaisysteem automatisch uit. Het maaisysteem gaat weer
aan zodra de opvangbak weer in werkstand staat.
• De machine verplaatst zich alleen wanneer:
- de bestuurder op de stoel zit.
- de handrem los staat.
18
7• GEBRUIKSAANWIJZINGEN
OPMERKING:
Voor de modellen BPHP2 en BPHPX2, indien het
veiligheidslampje voortbeweging machine (punt 7 pagina 9) brandt,
is aan alle veiligheids voorwaarden voor de voortbeweging van de
machine voldaan.
7•3 BRANDSTOF
De motor wordt gevoed met diesel voor de modellen BPHP2 en
BPHPX2. De motor wordt gevoed met 95 Superbenzine zonder lood
voor de modellen HVHP, HVHPX, BVHP en BVHPX.
LET OP!
Gebruik schone en vers brandstof. Ga voorzichtig
met de brandstof om. Gebruik een trechter bij het vullen en
veeg de spatten brandstof direct weg.
Gooi de tank niet vol, wanneer de motor warm is. U mag in geen geval
roken. Vermijd alle vlammen of wegspringende vonken.
• Let er bij het vullen van de tank op dat de brandstof niet overloopt.
• Als er ondanks deze voorzorgsmaatregelen toch brandstof overloopt
moet u:
a) Alle besmeurde onderdelen zorgvuldig schoonmaken.
b) De machine pas weer starten nadat u heeft gecontroleerd of de
brandstof is verwijderd.
• Controleer of de tankdop goed is aangedraaid.
• De tank moet buiten worden gevuld (in de buitenlucht).
NB:
Bij koud weer neemt de viscositeit van diesel toe en worden er
kleine deeltjes parafine gevormd. De werking van de motor kan hier-
door worden beïnvloed, aangezien hij niet goed wordt gevoed. Gebruik
in dat geval winterdiesel die kan worden gebruikt tot een temperatuur
van -20°C.
• Om te voorkomen dat de motor t.g.v. te veel vervuiling (condensatie-
water, resten) slecht functioneert, moet de brandstoftank om de 1000
uur of 1 maal per jaar worden geleegd en ververst.
7•4 DE STOEL IN DE LENGTERICHTING
INSTELLEN
Voor een maximaal gemak kan de stoel worden ingesteld t.o.v. de
pedalen van aandrijving (punt 6 en 7 pagina 8).
• Om de stoel te verstellen, hendel optillen (punt 3 pagina 8).
• De stoel in de gewenste stand zetten.
• De hendel loslaten en controleren of de stoel goed vast staat.
OPMERKING:
De stoel kan naar voren worden geklapt om schoon
en droog te worden gehouden.
7•5 DE MOTOR STARTEN EN STOPPEN
Controles voor het starten
• Bij levering is de machine klaar voor gebruik. Desalniettemin moet
het volgende worden gecontroleerd:
- het motoroliepeil (zie paragraaf 10•1•1 pagina 25).
- het oliepeil van de hydraulische tank (zie paragraaf 10•2•1 pagina
27). De brandstoftank volgooien voor de eerste ingebruikname.
• Controleren of alle stickers met veiligheidsaanwijzingen op de machine
zijn aangebracht (pagina 6). Houdt u vooral aan de aanwijzingen van
paragraaf nr. 1 «Uw veiligheid en die van anderen».

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Bphpx2HvhpHvhpxBvhpBvhpx

Inhoudsopgave