A A a a n n d d r r a a a a i i m m o o m m e e n n t t
M2 aftapplug
M18 aftapplug
12. Vul de motor tot het juiste niveau
met de aanbevolen olie.
Raadpleeg de Technische specifi-
caties voor het olievolume.
13. Start de motor en laat hem enkele
minuten stationair draaien.
14. Controleer of er geen lekkage is
ter hoogte van de oliefilter en de
olieaftapplug.
15. Stop de motor.
16. Wacht even tot de olie is doorge-
stroomd naar het carter en contro-
leer het oliepeil.
17. Vul bij indien nodig.
18. Verwijder de oude olie volgens de
plaatselijke milieuvoorschriften.
M M o o t t o o r r o o l l i i e e f f i i l l t t e e r r
O O l l i i e e f f i i l l t t e e r r v v e e r r w w i i j j d d e e r r e e n n
Reinig de omgeving van de oliefilter.
Verwijder het oliefilterdeksel.
Verwijder de oliefilter.
T T Y Y P P I I S S C C H H
1. Oliefilterschroef
2. Oliefilterdeksel
3. O-ring
4. Oliefilter
20 ± 2 Nm
(15 ± 1 lbf-ft)
30 ± 2 Nm
(22 ± 1 lbf-ft)
ONDERHOUDSPROCEDURES
O O l l i i e e f f i i l l t t e e r r i i n n s s t t a a l l l l e e r r e e n n
1. Controleer de filterinlaat- en uitlaat
op verontreinigingen en reinig
deze zones.
1. Inlaatboring van oliepomp naar oliefilter
2. Uitlaatboring
motorolie-toevoersysteem
2. Plaats een NIEUWE O-ring op het
oliefilterdeksel.
3. Plaats het nieuwe filter op het
filterdeksel.
4. Smeer de O-ring en het uiteinde
van de filter met motorolie.
1. Dunne laag olie aanbrengen
2. Dunne laag olie aanbrengen
M M E E R R K K O O P P
L L e e t t e e r r o o p p d d a a t t d d e e O O - - r r i i n n g g t t i i j j d d e e n n s s h h e e t t
p p l l a a a a t t s s e e n n v v a a n n h h e e t t f f i i l l t t e e r r e e n n h h e e t t d d e e k k - -
s s e e l l n n i i e e t t b b e e k k l l e e m m d d r r a a a a k k t t . .
5. Plaats het deksel over de motor.
6. Draai de schroeven van het oliefil-
terdeksel vast volgens de aanbe-
volen specificaties.
naar
het
153