Installeren
•
Schakel de monitor in tijdens het installeren van de sensoren, om direct het herkennen
van de sensoren mogelijk te maken.
•
Verwijder de beschermdop op de ventielen.
•
Als u gebruik maakt van de meegeleverde diefstalbeveiliging (wordt aanbevolen) moeten
deze eerst over het ventiel geplaatst worden voordat u de sensoren monteert. Zorg er
voor, dat zich de schroef op een gemakkelijk toegankelijke plaats bevind, zodat u deze
zonder beschadiging van het ventiel of de velg kunt aantrekken.
•
Schroef dan de sensor op het ventiel. Vergeet niet extra smeer- en corrosiemiddel te
gebruiken. Draai de sensor met de hand vast. Gebruik geen scherpe voorwerpen of
gereedschap. Let bij het installeren van de sensor op de juiste bandpositie.
•
Na het opschroeven van de sensor moet de diefstalbeveiliging dichter aan de sensor
worden geleid en door middel van de inbussleutel vast aangetrokken worden. Let daarbij
op dat de diefstalbeveiliging en de sensor in elkaar grijpen en de sensor niet meer
beweegt kan worden.
•
Na een succesvolle installatie van de sensoren worden de gegevens (spanning en
temperatuur) naar de monitor gestuurd.
Opmerking: installeer alle andere sensoren zoals hiervoor beschreven.
Opmerking: de meegeleverde sensoren zijn reeds op hun bedoelde positie
geprogrammeerd en worden overeenkomstig op de monitor getoond. Als er tegen de
verwachting in een sensor niet juist functioneert, dan moet deze opnieuw geprogrammeerd
worden. Hiermede wordt een defect van de sensor uitgesloten. De programmering van een
sensor wordt verderop in deze gebruiksaanwijzing beschreven.
Balanceren van de banden
Bij de levering zijn balansgewichten inbegrepen.. Als door het minimale gewicht van de
sensor en de diefstalbeveiliging de banden in onbalans zijn, kunnen hiermede de banden
uitgebalanceerd worden. Wij raden u aan dit in een vakgarage te laten doen.
8