PROGRAMMA
1. MANUAL: handmatig programma
Selecteer bij het selecteren van het programma de rubriek
MANUAL met de [+/-] knop en bevestig met de [E] knop. Roep
de instelopties level, tijd, distance, calories en pulse op door
op de [E] knop te drukken en de waarden in te stellen met de
[+/-] knoppen. Gebruik de [START/STOP] knop om het
handmatige programma te starten en pas de weerstand tijdens
de training aan met de [+/-] knoppen.
2. PROGRAM: trainingsprogramma's
Selecteer bij het selecteren van het programma de PROGRAM-
rubriek met de [+/-] knoppen en bevestig met de [E] knop. Roep
vervolgens één van de 12 verschillende trainingsprogramma's
op met de [+/-] knoppen en bevestig met de [E] knop. Roep de
standaard opties level, tijd, distance, calories en pulse op door
op de [E] knop te drukken en de waarden in te stellen met de
[+/-] knoppen. Gebruik de [START/STOP] knop om het
geselecteerde programma te starten.
P1
P2
P4
P5
P7
P8
P10
P11
3. WATT: onafhankelijk wattprogramma
Selecteer bij het selecteren van het programma de WATT-
categorie met de [+/-] knoppen en bevestig met de [E] knop.
Oproepen van de standaardopties watt, tijd, distance, calories
en pulse door op de [E] knop te drukken en de waarden in te
stellen met de +/- toetsen. De standaardinstelling voor de
WATT-waarde is 100, de waarde kan worden gewijzigd van
10 tot 300 watt in stappen van 5 watt. De WATT-waarde wordt
ingesteld met de [+/-] knoppen. De ingevoerde WATT-waarde
blijft constant ongeacht de trapsnelheid door de weerstand
automatisch aan te passen. Gebruik de [START/STOP] knop om
het wattprogramma te starten.
4. USER: individuele programma's
Selecteer bij het selecteren van het programma de categorie
USER met de [+/-] knoppen en bevestig met de [E] knop. Maak
uw eigen programmaprofiel. Met dit programma kun je de
weerstand van elke sectie (18 maten) zelf bepalen. Stel met de
[+/-] knoppen de gewenste weerstand voor de eerste maat in en
bevestig de invoer met de [E] knop. Ga op dezelfde manier te
werk voor alle 18 maten. Druk vervolgens op de [R] knop om de
tijd in te stellen. Druk op de [E] knop om afstand, calorieën en
hartslag in te stellen. Gebruik de [+/-] knoppen om de waarde
te wijzigen en bevestig met de [E] knop . Start het programma
door op de [START/STOP] knop te drukken. Het ingestelde
programmaprofiel wordt automatisch opgeslagen en kan
indien nodig worden overschreven. Nadat u het GEBRUIKER-
programma heeft ingesteld, hoeft u het alleen maar op te roepen
en kunt u de standaardinstellingen tijd, distance, calories en
pulse rechtstreeks instellen door op de [R] knop te drukken.
5. H.R.C.: Pulsprogramma's
Selecteer
H.R.C. categorie met de [+/-] knoppen en bevestig met
de [E] knop. Roep de vooraf ingestelde opties pulse
program, tijd, distance en calories op door op de [E]
knop te drukken en de waarden in te stellen met de
[+/-] knoppen. De polsslagprogramma's 55%, 75% en 90%
zijn gebaseerd op de leeftijdsinvoer en gebruiken deze om de
bovengrens van de polsslag 55%, 75% of 90% van de maximale
hartslagwaarde te berekenen. Met het pulsprogramma ♥ kun je
zelf de bovengrens instellen. Het PULSE-display knippert zo
55% -- dieetprogramma
75% -- gezondheidsprogramma
90% -- sportprogramma
♥ -- doel hartslag
6. FAT: lichaamsvetprogramma
Hier
trainingsvoorstel krijgen. Pak vervolgens de handpolssensoren
vast om uw lichaamsvet te meten. Na ongeveer. 10 seconden
P3
wordt
resulterende type lichaamsvet (1-4). Een trainingsprogramma
wordt voorgesteld nadat de BMI en het lichaamsvet-type
tweemaal zijn weergegeven. Druk op de [START/STOP] knop
P6
om het trainingsprogramma te starten.
Let op: Als de computer een foutmelding „Err1" weergeeft, is
er een signaalstoring met de pulssensor. Voer in dit geval het
lichaamsvetprogramma opnieuw uit en pak de polssensoren
P9
weer vast.
Lichaamsvet
Type
P12
Geslacht
Mens
Vrouw
FITNESS TEST
Na een training met hartslagweergave in elk programma,
kunt u op de [T] knop drukken en een fitnesstest starten. Om
het programma goed te laten werken, plaatst u beide handen
gedurende 60 seconden op de handpolssensoren. Na 60
seconden worden de startpolsslag en eindpolsslag vergeleken
en afhankelijk van het verschil in hartslag weergegeven in
een fitnesscijfer van F1 tot F6. Let op: Geen enkel ander
beeldscherm werkt tijdens de conditietest
Staat
Uitstekend
Mooi zo
Gemiddelde
Eerlijk
Slecht
Zeer slecht
42
bij
het
selecteren
kunt
u
een
BMI
analyseren
het
resultaat
weergegeven:
Onder
Normaal
→
gewicht
gewicht
↓
Type 1
Type 2
< 10%
10%~19,9% 20%~24,9%
< 20%
20%~29,9% 30%~34,9%
Score
Hartslag verschil
F1
Boven 50
F2
40 ~ 49
F3
30 ~ 39
F4
20 ~ 29
F5
10 ~ 19
F6
Onder 10
van
het
programma
de
en
een
individueel
BMI-waarde
en
het
Lets
Over
overgewicht
gewicht
Type 3
Type 4
≥ 25%
≥ 35%
NL