11-VELDEN-MODUS
Scherpstellen baseert op de velden die worden aangeduid met de 11 AF-
frames. Ze zijn gegroepeerd zodat ze een groot deel van het beeld beslaan,
waardoor dus maximale scherpstelzekerheid wordt verkregen bij snapshot-
fotografie. Scherpte wordt in alle 11 gebieden geregistreerd, maar het
scherpstellen wordt automatisch bepaald door de dichtstbijzijnde geregis-
treerde objecten.
Daarnaast kunt u het scherpstellen richten op ieder van de vier kanten van
het beeld door het aantal gebruikte gebieden te verminderen en de respec-
tievelijke groepen te selecteren.
Druk gedurende ≥1 seconde op de
• Alle weergaven in het scherm worden vervangen door de 11 AF-frames. In
het begin hebben alleen de 9 frames die de centrale groep vormen rode
randen. Rode driehoeken aan alle kanten geven de mogelijke instellingen
weer.
Naast de centrale groep kunt u groepen selecteren van, ofwel de bovenste,
of onderste drie of de vier linker of rechter AF-gebieden. Gebruik de rich-
tingsknoppen om de gewenste AF-framegroep te selecteren. U kunt het
frame op ieder gewenst moment op de centrale positie terugzetten met be-
hulp van de knop (1.12). Druk op de sluiterknop (1.8.) of op de knop
om dit programma te verlaten.
MENU/SET
DELETE/FOCUS
-knop (1.15).
SPOT-PROGRAMMA
Scherpstellen baseert op het veld dat aangeduid wordt door een klein AF-
frame in het midden van het beeldscherm. Door de afmeting van dit veld
kunt u het meten concentreren op zelfs de kleinste objectdetails. Bijv. bij
een portret is het normaal gesproken raadzaam op de ogen scherp te stellen.
Daarnaast kunt u het AF-frame naar iedere gewenste plaats op het beeld-
scherm verplaatsen, bijv. voor snellere compositie bij objecten die zich
buiten het midden bevinden.
Druk gedurende ≥1 seconde op de
• Alle weergaven behalve het AF-frame verdwijnen van het scherm. Rode
driehoeken aan alle kanten van het frame geven de mogelijk bewegings-
richtingen weer. De respectievelijke driehoeken verdwijnen nabij de ran-
den om de bewegingslimieten weer te geven.
Maak gebruik van de richtingsknoppen om het AF-frame naar de gewenste
positie te verplaatsen.
U kunt het frame op ieder gewenst moment op de centrale positie terugzet-
ten met behulp van de knop INFO (1.12).
of op de knop
om dit programma te verlaten.
MENU/SET
123
DELETE/FOCUS
-knop (1.15).
Druk op de sluiterknop (1.8.)
INFO