AUTOMATISCHE AFSTANDSINSTELLING / AUTOFOCUS
Als de AF-modus is ingesteld, wordt er automatisch scherpgesteld wanneer
de ontspanner tot het eerste drukpunt wordt ingedrukt (1.8), dat wil zeggen
dat de afstand wordt gemeten, ingesteld en vergrendeld (zie ook p. 147).
• Om aan te duiden dat de AF-instelling juist is en vast staat
- wordt de framekleur groen,
- er verschijnen t/m 9 groene rechthoeken bij de 11-velden-meting (zie
p.123),
- de groene focusstatus-LED (1.19.) gaat branden en
- er wordt een akoestisch signaal gegenereerd (indien geselecteerd, zie
p. 123).
Opmerkingen:
• AF-instellingen zijn gekoppeld aan de belichtingsinstellingen (zie p. 126).
• Onder sommige omstandigheden kan het AF-systeem niet goed focussen,
bijv.
– als de afstand tot het doelobject buiten het beschikbare bereik ligt en/
of
– als het onderwerp niet voldoende verlicht is (zie volgende sectie).
Om dergelijke situaties / onderwerpen aan te duiden
– verandert de kleur van het frame naar rood,
– bij de 11-gebieden-meting zal het display in een rood kader veranderen
– de focusseer-status LED (1.19) knippert.
Belangrijk:
De sluiterknop (1.8.) is niet vergrendeld, ongeacht of het onderwerp correct
scherp is gesteld of niet.
AF ASSIST-LAMPJE
Het ingebouwde AF assist-lampje (1.2) vergroot het bedieningsbereik van
het AF-systeem in omstandigheden met weinig licht. Wanneer deze functie
geactiveerd is, gaat het lampje in zulke situaties automatisch aan als de slui-
terknop (1.8.) wordt ingedrukt.
Selecteer AF-Assist Lamp (3.6) in het menu en de gewenste instelling in
het submenu.
Opmerking:
Het bereik van de AF-lamp is ongeveer 4m/13ft. Daarom werkt de AF in
omstandigheden met weinig licht niet bij afstanden boven deze grens.
121