Sluit de positieve ( ) accukabel
+
eerst aan. Neem bij het losnemen
van de kabels eerst de negatieve
( ) kabel los en daarna de positieve
−
( ) kabel.
+
Als de kabels niet goed aangesloten
zijn, werkt de startmotor niet.
Voorkom het verwisselen van de
polariteit omdat hierdoor het
laadsysteem van de
buitenboordmotor beschadigd kan
raken.
Neem de accukabels niet los als de
motor draait. Het losnemen van de
accukabels bij draaiende motor kan
het elektrische systeem van de
buitenboordmotor beschadigen.
Plaats geen brandstoftank in de
buurt van de accu.
DC contactdoos voor het laden van de
accu (indien van toepassing)
−
De DC-contactdoos levert 12V, 6A voor
het laden van accu's. Het laadcircuit
wordt beschermd door een zekering
van 20 A die aan de binnenzijde van de
motorafdekkap geplaatst is.
Een stekkerplug voor de
gelijkstroomaansluiting wordt bij de
motor geleverd; sluit de draden van uw
laadapparatuur aan op deze
stekkerplug (zie bedradingsschema
aan de binnenzijde van de kap). Let
erop dat de positieve (rode) kabel
aangesloten is op de positieve ( )
aansluiting van de plug.
−
NAAR ACCU
ACCU
NAAR ACCESSOIRES
Als de accupolen omgewisseld
worden, zal dit leiden tot schade
aan het laadsysteem en/of de accu.
Als de DC-contactdoos niet in
gebruik is, houd deze dan droog en
schoon door gebruik te maken van
het bijgeleverde rubber dopje.
De 12 volt uitgangsspanning van de
buitenboordmotor mag alleen gebruikt
worden voor het laden van de accu.
Elektrische accessoires moeten
+
aangesloten worden op de accu zoals
aangegeven.
PLAATSEN
DC-CONTACTDOOS
DEKSEL
47