ONDERHOUD
Controleren/vervangen brandstoffilter
Het brandstoffilter is geplaatst tussen
de brandstofaansluiting en de
brandstofpomp.
Water of vuil in het brandstoffilter kan
leiden tot vermogensverlies en
moeilijk aanslaan. Controleer en
vervang het brandstoffilter regelmatig.
Controle-interval: Elke 6 maanden of
100 uur.
Vervangingsinterval: elke 200
bedrijfsuren of elk jaar.
120
Benzine is licht ontvlambaar en
onder bepaalde omstandigheden
explosief. Rook niet en voorkom
open vuur en vonken tijdens het
aftappen van brandstof.
Werk altijd in een goed
geventileerde ruimte.
Bewaar afgetapte brandstof altijd in
een geschikte jerrycan.
Mors geen brandstof bij het
vervangen van het filter. Gemorste
brandstof en brandstofdampen
kunnen ontbranden. Verwijder
gemorste brandstof alvorens de
motor te starten.
〈
Controle
〉
TREK
D
D
R
R
U
U
K
K
1.
Neem de koppeling van de
brandstofleiding los van de
buitenboordmotor.