Basisbewerkingen met de printer
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een document op uw computer afdrukt via het printerstuurprogramma.
●
Geef voordat u gaat afdrukken, het papierformaat en de papiersoort op van het papier dat in de papierbron
is geplaatst.
Papier plaatsen(P. 30)
Papierinstellingen(P. 188)
1
Open een document in een programma en geef het afdrukvenster weer.
●
De manier waarop u het afdrukvenster weergeeft, kan per programma verschillen. Raadpleeg voor meer
informatie de instructiehandleiding van het programma dat u gebruikt.
2
Selecteer uw printer en klik op [Voorkeursinstellingen] of [Eigenschappen].
●
Het scherm dat wordt weergegeven, verschilt afhankelijk van het programma dat u gebruikt.
3
Geef het papierformaat op.
[Paginaformaat]
Afdrukken
45
105A-010