De volgende papiersoorten mag u niet gebruiken:
●
Gekreukeld of gevouwen papier
●
Gekruld of opgerold papier
●
Gescheurd papier
●
Vochtig papier
●
Zeer dun papier
●
Papier met een grove structuur
●
Glanzend papier
●
Papier dat eerder is gebruikt in een kopieermachine of een andere printer (de achterkant van het
papier is ook onbruikbaar).
Behandeling en opslag van papier
●
Bewaar papier op een vlakke ondergrond.
●
Bewaar het papier in de originele verpakking om het te beschermen tegen vocht of droogte.
●
Bewaar het papier niet op een manier waardoor het kan krullen of vouwen.
●
Bewaar het papier niet verticaal of plaatst niet te veel papier opeen.
●
Bewaar het papier niet in direct zonlicht, op een plaats die onderhevig is aan hoge vochtigheid of
droogte of op een plaats met grote verschillen in temperatuur of luchtvochtigheid.
Als u gaat afdrukken op papier dat vochtig is geworden
Er kan stoom vrijkomen in het uitvoergebied van het apparaat of er kunnen zich waterdruppels vormen
op de achterzijde van het bedieningspaneel of in het uitvoergebied. Dit is geen storing. Het vocht in het
papier verdampt op het moment dat er warmte wordt gegeneerd tijdens het fixeren van de toner (dit
gebeurt meestal als de omgevingstemperatuur laag is).
Basishandelingen
31