Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Belangrijke Begrippen; Gebruikte Symbolen - SICK RLS 100 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Hoofdstuk 1
Machine
Scanbereik
Beveiligd veld
Veldbeveiligingsgrootte
Gecontroleerde vlakken
Waarschuwingsveld
Advies
Opmerking
Rood
Rood,
Rood
Rood
Geel,
Geel
Geel
Geel
Groen
Groen
Groen
Groen
U moet handelen ...
LET OP
6
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
Over dit document
1.5.2

Belangrijke begrippen

U moet onderscheiden tussen de volgende begrippen:
Machine wordt in deze bedieningshandleiding gebruikt als begrip voor het te controleren
systeem. Het gebruik van de machine gaat gepaard met een gevaarlijke toestand c.q. een
gevaarlijke beweging, die de aanwezigheid van personen of voorwerpen in de beveiligde
velden uitsluit.
Het maximale scanbereik maakt een cirkel van 300° rond de sensor met een radius van
maximaal 7,5 m.
Met beveiligd veld wordt de beveiligde zone bedoeld. Als deze wordt overschreden, wordt
de gevaarlijke beweging onmiddellijk uitgeschakeld. Indien een persoon of een voorwerp
het beveiligde veld binnendringt, stuurt de veiligheids-laserscanner RLS 100 via de uit-
gangen OSSD een stop-signaal naar de machine.
De maximale veldbeveiligingsgrootte is de afstand van de scankop van de veiligheids-
laserscanner tot aan het verst verwijderde punt van het beveiligde veld plus de veiligheids-
marge.
Gecontroleerde vlakken is de verzamelnaam voor beveiligde velden (tot 6 m) en/of waar-
schuwingsvelden (tot 7,5 m). Gecontroleerde vlakken kunnen onregelmatige en aan de
omgeving aangepaste vormen hebben. De veiligheids-laserscanner RLS 100 controleert ze
voortdurend met afzonderlijke radiale laserstralen.
Met waarschuwingsveld wordt de beveiligde zone bedoeld. Als deze zone wordt overschre-
den, wordt er een optisch of akoestisch waarschuwingssignaal gegeven. Indien een per-
soon of een voorwerp het waarschuwingsveld binnendringt, stuurt de veiligheids-laser-
scanner RLS 100 via de uitgang waarschuwingsveld een signaal naar de gecontroleerde
machine.
1.6

Gebruikte symbolen

Sommige informatiepunten in dit document zijn speciaal geaccentueerd, zodat u deze
informatie sneller terug kunt vinden.
Adviezen helpen u bij het nemen van beslissingen voor de toepassing van een functie of
een technische maatregel.
Opmerkingen geven informatie over bijzonderheden van het apparaat.
LED-symbolen beschrijven de toestand van een diagnose-LED. Voorbeelden:
Rood
De rode LED brandt constant.
Geel
De gele LED knippert.
Groen
De groene LED is uit.
Handelingsinstructies worden aangegeven met een pijl. Lees de handelingsinstructies
zorgvuldig en volg ze stipt op.
Waarschuwing!
Een waarschuwing wijst u op concrete of potentiële gevaren. Dit ter voorkoming van
ongevallen.
Lees de waarschuwingen zorgvuldig en volg ze stipt op.
Bedieningshandleiding
RLS 100
8 009 904/06-06-02

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave