Hoofdstuk 10
10
Zoeken naar fouten
Afb. 26: Indicatie van de
indicatie-LED Systeemstatus
38
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
Zoeken naar fouten
10.1
Verhelpen van storingen
Alle indicatie-LED's zijn donker en de laseroptiek draait niet
• Is er voedingsspanning 18 ... 30 V (24 V ± 25 %)?
• Zekering intact?
• Connector goed op de veiligheids-laserscanner RLS 100 gezet en volledig
vastgeschroefd?
• Draden in de connector goed gepoold?
Groene indicatie-LED voor „Systeem O.K." brandt niet, OSSD en
waarschuwingsveld zijn actief
• Optiek reinigen (zie paragraaf 7.3 „Regelmatige controles" op pagina 34).
• Controleer de spanningstoevoer op hoogstroom.
• Sluit de computer aan en breng de diagnose van de CDS in beeld.
Apparaatsymbool RLS 100, contextmenu Diagnostics, View.
• Als u de fout niet kunt verhelpen, stuur de veiligheids-laserscanner RLS 100 dan a.u.b.
naar de klantenservice van SICK AG.
Voorwerpen binnen de bewaakte oppervlakken worden niet waargenomen
• Brandt of knippert de gele indicatie-LED voor Systeemtoestand?
Ja: De veiligheids-laserscanner RLS 100 heeft een fout waargenomen: Optiek
–
controleren.
Neen: Controleer met behulp van de computer en de CDS de definiëringen voor
–
beveiligd veld en waarschuwingsveld.
Apparaatsymbool RLS 100, contextmenu Configuration draft, Edit monitored areas.
Er worden niet aanwezige voorwerpen binnen de bewaakte oppervlakken gemeld
• Controleer de omgeving op eventuele veranderingen (bijv. door ombouwwerkzaam-
heden) die zich sinds de configuratie hebben voorgedaan.
• Regen, sneeuw, mist, rook en stof kunnen oorzaken van voorwerpmeldingen zijn!
10.2
LED-indicatie systeemstatus
LED-indicatie systeemstatus
0,5 s
Repeterend 8 s
AAN
UIT
0,5 s
Repeterend 8 s
Bedieningshandleiding
RLS 100
Betekenis
Systeemstatus foutloos
Fout referentiedoel
Toerentalbewakingsfout
Vergelijkingsfout
Relaisfout
Fout zelftest
8 009 904/06-06-02