●
Antwoordapparaat: Een antwoordapparaat dat gespreksoproepen beantwoordt op hetzelfde
telefoonnummer dat u ook gebruikt voor het ontvangen van faxoproepen op de printer.
●
Voicemail-service: Een voice-mailservice bij uw telefoonmaatschappij op hetzelfde nummer dat u
gebruikt voor faxoproepen op de printer.
3.
Selecteer in volgende tabel de combinatie van apparaten en services die bij u thuis of in uw kantoor
wordt gebruikt. Zoek vervolgens de aanbevolen faxinstelling. Voor elke situatie vindt u in de volgende
gedeelten stapsgewijze instructies.
OPMERKING:
een gewone analoge telefoon. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer dat is meegeleverd in de doos aan
op de telefoonaansluiting en het andere uiteinde op de poort met het label 1-LINE achter op de printer. Als u
een ander telefoonsnoer gebruikt, zult u mogelijk problemen ondervinden met het verzenden en ontvangen
van faxen.
U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio.
Andere apparatuur of diensten die uw faxlijn delen
DSL
PBX
164 Bijlage B Bijkomende faxinstallatie
Als uw thuis- of kantoorinstallatie in dit gedeelte niet wordt genoemd, stelt u de printer in als
Abonnemen
Gespreks
t op
oproepen
specifieke
belsignalen
Computermode
Antwoordappar
m voor inbellen
aat
Aanbevolen
installatiemethode fax
Voicemailse
rvice
Situatie A: Aparte faxlijn (er
worden geen
gespreksoproepen
ontvangen) op pagina 165
Situatie B: De printer
configureren voor DSL
op pagina 166
Situatie C: De printer
configureren met een PBX-
telefoonsysteem of een ISDN-
lijn op pagina 167
Situatie D: Fax met een
specifiek belsignaal op
dezelfde lijn op pagina 168
Situatie E: Gedeelde
telefoon-/faxlijn
op pagina 169
Situatie F: Gedeelde
gespreks-/faxlijn met
voicemail op pagina 170
Situatie G: Gedeelde faxlijn
met computermodem (er
komen geen
gespreksoproepen binnen)
op pagina 171
Situatie H: Gedeelde lijn voor
gespreks- en faxoproepen
met computermodem
op pagina 174
NLWW