Suunto D6i
3. Kenmerken
3.1. Activering en voorafgaande controles
Tenzij de duikmodus is uitgeschakeld, wordt de duikmodus automatisch geactiveerd wanneer
u dieper dan 1,2m (4 ft) duikt. U dient echter voor de duik al op de duikmodus over te
schakelen om de hoogte en persoonlijke instellingen, batterijstatus enz. te controleren.
Elke keer wanneer uw Suunto D6i op duikmodus overgaat, worden er een aantal
automatische controles uitgevoerd. Alle grafische display-elementen worden aangezet (ON),
en de achtergrondverlichting en de zoemer worden ingeschakeld. Hierna worden uw hoogte
en persoonlijke instellingen vergezeld van de maximale werkingsdiepte (MOD0, gasinhoud,
en PO
waarden weergegeven. Daarna wordt het batterijniveau gecontroleerd.
2-
12:00
1. 1 2 TH
Tussen aaneensluitende duiken tonen de automatische controles ook de huidige
weefselverzadiging.
66. 2
m
PO
AO
21
1. 6
Voordat u een duikreis maakt, wordt het ten zeerste aangeraden om de duikmodus te
activeren om ervoor dat zorgen dat alles juist functioneert.
Na de automatische controles, gaat uw Suunto D6i op de oppervlaktemodus over. Op dit
moment, voordat u het water ingaat, dient u de handmatige controles uit te voeren.
Zorg ervoor dat:
1. Suunto D6i in de juiste modus staat en volledige displays weergeeft.
2. De hoogte-instelling juist is.
3. De persoonlijke instellingen correct zijn.
4. De dieptestops juist zijn ingesteld.
5. De eenheden op het systeem juist zijn.
DIVE
Air
66. 2
m
PO
AO
21
1. 6
Battery
OK
11