1
2
3
4
5
Figuur 37
1. Stelschroef van schakelaar
2. Contramoer
3. Kogellager
4. Bladveer
5. Pomphefboom
6. Tapbouten
7. Pompplaat
7.
Als het wiel blijft draaien, moet u de volgende
punten controleren:
•
Kogellager is los of versleten (Fig. 37).
•
De plunjer op de interlockschakelaar zit
vast.
•
Losse of ontbrekende bevestigingen
•
De splitpen waarmee de pomphefboom is
bevestigd aan de transmissie, is versleten.
•
De pomphefboom zit los op de bedieningsas
(vastzetten op de as met Loc-tite 271 of 601)
•
Zwakke of beschadigde bladveren (Fig. 37).
Vervangen.
•
Defect aan inwendig onderdeel van de
transmissie. Neem contact op met uw
plaatselijke Toro-dealer als u hulp nodig
heeft.
8.
Zet de motor af.
9.
Stel de bedieningsstang van de tractie af; zie De
bedieningsstang van de tractie afstellen, blz. 29.
6
7
31
De interlockschakelaar van de
tractie afstellen
1.
Stel de transmissie af voor de neutraalstand; zie
De tractie-aandrijving afstellen voor de
neutraalstand, blz. 30.
2.
Zorg er met behulp van de pomphefboom
(Fig. 37) voor dat alle onderdelen onbelemmerd
werken en zich in de juiste positie bevinden.
3.
Draai de contramoer los. Draai de stelschroef van
de schakelaar (Fig. 37) totdat er enige ruimte is
tussen de kop van de schroef en de knop van de
schakelaar.
4.
Draai de stelschroef totdat deze contact maakt
met de knop van de schakelaar. Draai de schroef
totdat deze niet verder kan worden rondgedraaid
(schakelaar "klikt"). Na de klik draait u de
stelschroef nog een
vast.
1
⁄
slag. Draai de contramoer
2