Controlelijst Dagelijks
Onderhoud
✓
Werking interlocksysteem controleren.
✓
Controleren of de grasgeleider omlaag staat.
✓
Werking van de remmen controleren.
✓
Het motoroliepeil controleren.
✓
Peil van koelvloeistof controleren.
✓
Brandstoffilter/waterafscheider aftappen.
✓
Luchtfilter controleren.
✓
Radiator en scherm controleren op rommel.
✓
Controleren of motor ongewone geluiden
maakt.
1
✓
Peil van transmissie-olie controleren.
✓
Hydraulische slangen op schade
controleren.
✓
Controleren op lekkages.
✓
De bandenspanning controleren.
✓
Werking van instrumenten controleren.
✓
Conditie van maaimes controleren.
✓
Vet in alle smeernippels spuiten.
✓
Beschadigde lak bijwerken.
1
Controleer de gloeibougie en de spuitmonden van de
injector, als de motor moeilijk start, buitensporig veel rook
afgeeft of ongelijkmatig loopt.
2
Onmiddellijk na elke wasbeurt, ongeacht de
voorgeschreven interval.
De machine smeren
De tractie-eenheid moet regelmatig worden gesmeerd.
Als de machine in normale omstandigheden wordt
gebruikt, moet u alle lagers en lagerbussen om de 50
bedrijfsuren smeren of nadat de machine met water is
gereinigd.
1.
De volgende lagers en lagerbussen van de tractie-
eenheid moeten worden gesmeerd: aftakas en
gaffels (Fig. 14); draaipunten van hefarm
(Fig. 14); kogelverbindingen van rechter en
linker duwarm (Fig. 14); lagerbussen van
draaipunt van duwarmen (Fig. 15); blokken voor
behuizing van draaipunt van aftakas (Fig. 16);
lagerbussen van draaipunt van rem (Fig. 17);
lagerbussen van achterwielas (Fig. 18);
lagerbussen van stuurplaat (Fig. 18); lagerbus
van draaipen (Fig. 18); en lager van uitgangsas
van motor (Fig. 19). Smeer ook beide remkabels
bij het aandrijfwiel en de uiteinden van de
rempedalen.
2
23
Figuur 14
Figuur 15
Figuur 16
Figuur 17