Menu Detectie-instellingen
Gebruik het menu Detectie-instellingen om alarmniveaus, alarmvertragingen,
ClassiFire-parameters, dag- en nachtinstellingen en flow-instellingen te
configureren.
Alarmniveaus configureren
Gebruik het menu Alarmniveaus om de door ClassiFire gebruikte parameters
voor het berekenen van de alarmdrempelwaardeniveaus te configureren. De
configureerbare opties worden in de onderstaande tabel weergegeven.
Tabel 23: Alarmniveaus configureren
Optie
Omschrijving
Brand 2-niveau
Configureert de waarde die gebruikt wordt voor het berekenen van de
drempelwaarde van brandalarm 2. Dit is een absoluut niveau dat niet door
de leerprocedure gewijzigd kan worden. Mogelijke waarden: 1 t/m 25
(standaard 20).
Brandniveau
Configureert de waarde die gebruikt wordt voor het berekenen van de
drempelwaarde van het brandalarm tijdens de leerprocedure (Intermediate,
Fast). Mogelijke waarden: 8 t/m 10 (standaard 8).
Vooralarmniveau
Configureert de waarde die gebruikt wordt voor het berekenen van de
drempelwaarde van het vooralarm tijdens de leerprocedure (Intermediate,
Fast). Mogelijke waarden: 3 t/m 8 (standaard 6).
Hulpalarmniveau
Configureert de waarde die gebruikt wordt voor het berekenen van de
drempelwaarde van de waarschuwing/ hulpalarm tijdens de leerprocedure
(Intermediate, Fast). Mogelijke waarden: 2 t/m 10 (standaard 10).
Alarmfactor [1]
Configureert de detectorgevoeligheid. Deze waarde beïnvloedt de
berekening van alle alarmniveaus, uitgezonderd Brandalarm 2. Een lagere
waarde betekent een hogere gevoeligheid, een hogere waarde betekent
een lagere gevoeligheid. Mogelijke waarden: 0 t/m 8 (standaard 4). Zie
Tabel 24 op pagina 68 voor de aanbevolen instellingen.
Cascade-alarmen
Bepaalt wanneer een geconfigureerde brandalarmvertraging start. Schakel
dit selectievakje in om het aftellen van de brandalarmvertraging te starten
wanneer de vooralarmvertraging verstreken is.
[1] De werkende alarmfactorwaarde kan hoger zijn dan de geconfigureerde waarde omdat het
ClassiFire-algoritme de waarde automatisch aanpast op basis van de omgevingscondities aan
het einde van de FastLearn-procedure.
ModuLaser Modulair Rookaanzuigdetectiesysteem Installatiehandleiding
Hoofdstuk 3: Configuratie een inbedrijfstelling
67