Hoofdstuk 3: Configuratie een inbedrijfstelling
Houdfunctie brand/storing wijzigen
Gebruik het menu Houdfunc.brand/storing om het alarm en de houdfuncties voor
storingen (aan of uit) van het geselecteerde systeemdeel te configureren. De
configureerbare opties worden in de onderstaande tabel weergegeven.
Tabel 18: Houdfunc.brand/storing
Optie
Omschrijving
Houdfunct.alarm [1] Als de houdfunctie voor alarmen ingeschakeld is, blijven alarmmeldingen
actief tot de module waarin de alarmconditie gegenereerd werd, gereset is.
Als de houdfunctie voor alarmen uitgeschakeld is, worden alarmmeldingen
beëindigd zodra de alarmconditie beëindigd wordt.
Houdfun.storing
Als de houdfunctie voor storingen ingeschakeld is, blijven storingmeldingen
actief tot de module waarin de storingconditie gegenereerd werd, gereset is.
Als de houdfunctie voor storingen uitgeschakeld is, worden
storingmeldingen beëindigd zodra de storingconditie beëindigd wordt.
[1] Alleen detectormodules.
U configureert als volgt de houdfunctie voor brand/storing:
1. Selecteer Syst.deel-instellingen in het hoofdmenu en selecteer vervolgens
Houdfunc.brand/storing.
2. Selecteer het systeemdeel dat u wilt bekijken of druk op F1 (Ga naar) om een
systeemdeel op het systeemdeeladres te zoeken.
3. Selecteer de houdfunctieoptie die u wilt configureren en druk op Enter om de
optie in of uit te schakelen.
4. Druk op F1 (Opslaan) om uw wijzigingen op te slaan en naar het vorige
scherm terug te keren.
5. Als u geen andere configuratiewijzigingen moet doorvoeren, drukt u op
F1 (Toepassen) in het hoofd- of submenu om de wijzigingen in het systeem
toe te passen.
60
ModuLaser Modulair Rookaanzuigdetectiesysteem Installatiehandleiding