Inbouwen/aanbouwen
4.1 Fundamentele veiligheidsinstructies
4.1.1
Eisen aan de plaats van inbouw
Onvoldoende luchttoevoer
Het apparaat kan oververhit raken als er voldoende luchttoevoer is.
• Installeer het apparaat zo dat er voldoende luchttoevoer in de ruimte is.
• Houd u aan de maximaal toegestane omgevingstemperatuur. Raadpleeg de informatie in
LET OP
Agressieve atmosferen
Schade aan het apparaat vanwege indringing van agressieve dampen.
• Garandeer dat het apparaat geschikt is voor de toepassing.
LET OP
Directe zonnestraling
Toename van het aantal meetfouten.
• Bescherm het apparaat tegen directe zonnestraling.
Zorg ervoor dat de maximaal toelaatbare omgevingstemperatuur niet wordt overschreden.
Lees de informatie in hoofdstuk "Technische gegevens (Pagina 63)".
4.1.1.1
Apparaten met zee-vergunning
Opmerking
Bij trillingen in de richting van de meetcelmembranen kan de meetnauwkeurigheid van de
druktransmitter met aan de voorzijde vlakliggende membraan maximaal 0,2% van de
betreffende specificatie afwijken.
• Monteer het apparaat zodanig dat geen of geringe trillingen in de richting van de
membranen optreden.
• Om sterk schommelende meetwaarden te vermijden, gebruikt u de dempingsfunctie.
Gegevens over trillingsbestendigheid vindt u in het certificaat voor zee-vergunning.
26
WAARSCHUWING
de sectieTechnische gegevens (Pagina 63).
Beknopte bedieningshandleiding, 11/2022, A5E38874562-AE
SITRANS P320/P420