De aanwijzingen in de bijhorende documentatie moeten in acht worden genomen. Waarmerk Alle benamingen die zijn voorzien van het symbool ®, zijn geregistreerde merken van de Siemens AG. De overige benamingen in dit document kunnen merken zijn waarvan het gebruik door derden voor eigen doeleinden de rechten van de eigenaar kan schenden.
Inhoudsopgave Getting Started ............................7 Inleiding..............................9 Doel van deze documentatie ....................9 Geldigheidsgebied van deze documentatie................9 Beoogd gebruik ........................9 Documentgeschiedenis...................... 10 Productcompatibiliteit......................11 Opbouw typeplaatjes ......................11 Controle van de levering ....................14 Security-opmerkingen......................14 Transport en opslag ......................15 2.10 Aanwijzingen voor garantie....................
Pagina 4
Inhoudsopgave 5.2.2 Apparaat aansluiten ......................41 5.2.3 Apparaat sluiten ........................ 42 Voedingsspanning inschakelen................... 43 Inbedrijfstelling ........................... 45 Fundamentele veiligheidsinstructies................... 45 Apparaat in gebruik nemen....................46 Toepassingsvoorbeelden ....................47 6.3.1 Relatieve druk, absolute druk van serie verschildruk en absolute druk van serie relatieve druk ..........................
Getting Started Neem voordat u het apparaat in gebruik neemt, de volgende veiligheidsinstructies in acht: • Algemene veiligheidsinstructies (Pagina 17) • Basisveiligheidsinstructies: inbouwen/aanbouwen (Pagina 23) • Basisveiligheidsinstructies: aansluiten (Pagina 37) • Basisveiligheidsinstructies: inbedrijfstelling (Pagina 45) Lees de bedieningshandleiding helemaal door om een zo goed mogelijke prestatie van het apparaat te bereiken.
Pagina 8
Getting Started SITRANS P320/P420 Beknopte bedieningshandleiding, 01/2021, A5E38874562-AC...
Inleiding Doel van deze documentatie Deze handleiding is een korte samenvatting van de wezenlijke kenmerken, functies en veiligheidsinstructies en bevat alle informatie die nodig is voor veilig gebruik van het apparaat. Lees de handleiding zorgvuldig vóór de installatie en inbedrijfstelling. Om voor een juiste werking te zorgen, moet u bekend zijn met het functioneren van dit apparaat.
Inleiding 2.4 Documentgeschiedenis Met het bijbehorende parametreren en de noodzakelijke aanbouwdelen (bijvoorbeeld begrenzers en druktransducers) kunt u de druktransmitter ook gebruiken voor de volgende meettaken: • Vulstand • Volumedoorstroming • Massadoorstroming • Volume • Gebruikersafhankelijke karakteristiek Het uitgangssignaal is voor alle meettaken een gelijkstroom van 4 tot 20 mA of een procesgerelateerd digitaal signaal (bijv.
Inleiding 2.6 Opbouw typeplaatjes Productcompatibiliteit De volgende tabel beschrijft de compatibiliteit tussen de uitgave van deze gebruiksaanwijzing, de apparaatrevisie, het engineeringsysteem en de bijbehorende EDD. Uitgave Opmerkingen Apparaatrevisie Compatibele versie van het apparaatintegratiepakket 01/2021 Handleiding HART 7 SIMATIC PDM V9.0 of hoger EDD: 1.01.00 of hoger herzien FW: 1.01.00 of hoger...
Inleiding 2.6 Opbouw typeplaatjes Voorbeeld ① ⑦ Artikelnummer (MLFB-nummer) Toegestane omgevingstemperatuur voor explosieve zones van de desbetreffende temperatuurklasse ② ⑧ Firmware- en hardwarecode Maximaal toelaatbare bedrijfsdruk / maxi‐ maal toelaatbare testdruk ③ ⑨ QR-code voor mobiele website met apparaatspe‐ Minimale/maximale meetspanne cifieke gegevens ④...
Inleiding 2.6 Opbouw typeplaatjes Voorbeelden Kerngegevens voor de explosiegevoelige zone Ontstekingbeveiligingstype Groep (gas, stof) Maximale oppervlaktetemperatuur (temperatuurklasse) Apparatuurbeveiligingsniveau Afbeelding 2-1 Voorbeeld ATEX Afbeelding 2-2 Voorbeeld FM Typeplaatje met informatie over druktransducers Aan de achterkant van de behuizing bevindt zich het typeplaatje met informatie over de druktransducers.
• Maak geen gebruik van beschadigde of incomplete apparaten. Security-opmerkingen Siemens biedt producten en oplossingen met industriële security-functies aan die de veilige werking van installaties, systemen, machines en netwerken ondersteunen. Om installaties, systemen, machines en netwerken tegen cyber-bedreigingen te beschermen, is het noodzakelijk om een integraal industrieel veiligheidsconcept te implementeren ( en het continu up-to-date te houden), dat voldoet aan de actuele stand van de techniek.
Het gebruik van verouderde of niet meer ondersteunde versies kan het risico op cyber-bedreigingen verhogen. Om altijd op de hoogte te zijn van productupdates, kunt u zich op de Siemens Industrial Security RSS feed abonneren op: https://www.siemens.com/industrialsecurity...
Pagina 16
Inleiding 2.10 Aanwijzingen voor garantie De inhoud weerspiegelt de technische stand op het moment van publicatie. Technische wijzigingen zijn in geval van verdere ontwikkelingen voorbehouden. SITRANS P320/P420 Beknopte bedieningshandleiding, 01/2021, A5E38874562-AC...
Veiligheidsinstructies Voorwaarde voor gebruik Dit apparaat is uit de fabriek gekomen zonder veiligheidstechnische defecten. Om het in deze toestand te houden en om een veilig gebruik van het apparaat te garanderen, moet u zich aan deze handleiding en alle veiligheidsinformatie houden. Leef alle aanwijzingen en symbolen op het apparaat na.
Veiligheidsinstructies 3.1 Voorwaarde voor gebruik 3.1.3 Overeenstemming met de Europese richtlijnen De CE-aanduiding op het apparaat geeft de conformiteit met de volgende Europese richtlijnen aan: Elektromagnetische Compatibili‐ Richtlijn van het Europees parlement en de Raad betreffende de onderlinge teit EMC harmonisering van de wetgevingen van de lidstaten inzake elektromagneti‐...
Opmerking Gebruik onder speciale omgevingscondities We raden u zeer sterk aan contact op te nemen met uw Siemens vertegenwoordiger of onze afdeling voor toepassingsgebieden voordat u het apparaat onder speciale omgevingscondities gebruikt, bijvoorbeeld in kerncentrales of voor onderzoeks- en ontwikkelingsdoeleinden.
Pagina 20
Veiligheidsinstructies 3.3 Gebruik in explosiegevoelige omgevingen WAARSCHUWING Gebruik in een explosieve zone Explosiegevaar. • Gebruik uitsluitend uitrusting die is goedgekeurd voor gebruik in de beoogde explosieve zone en die van een overeenkomstig identificatieplaatje is voorzien. • Gebruik geen apparaten die buiten de voor explosieve zones gespecificeerde voorwaarden zijn ingezet.
Pagina 21
Veiligheidsinstructies 3.3 Gebruik in explosiegevoelige omgevingen WAARSCHUWING Gebruik van het apparaat met ontstekingsklasse intrinsieke veiligheid 'Ex i' in een vervuilde omgeving. Als u het apparaat aan de kant van het display opent, bestaat het risico dat er vuil naar binnen dringt.
Pagina 22
Veiligheidsinstructies 3.3 Gebruik in explosiegevoelige omgevingen SITRANS P320/P420 Beknopte bedieningshandleiding, 01/2021, A5E38874562-AC...
Inbouwen/aanbouwen Fundamentele veiligheidsinstructies GEVAAR Druktoepassingen Onjuiste demontage zal leiden tot gevaar voor personeel, het systeem en de omgeving. • Probeer nooit de procesaansluiting los te draaien, te verwijderen of te demonteren terwijl de tank onder druk staat. WAARSCHUWING Componenten die nat worden en ongeschikt zijn voor de procesmedia Gevaar op persoonlijk letsel of schade aan het apparaat.
Pagina 24
Inbouwen/aanbouwen 4.1 Fundamentele veiligheidsinstructies WAARSCHUWING Overschreden maximaal toegestane bedrijfsdruk Gevaar op persoonlijk letsel of vergiftiging. De maximaal toegestane bedrijfsdruk is afhankelijk van de apparaatversie, drukgrenswaarde en nominale temperatuur. Het apparaat kan worden beschadigd wanneer de bedrijfsdruk wordt overschreden. Er kunnen hete, toxische en corrosieve procesmedia vrijkomen. Garandeer dat de maximaal toegestane bedrijfsdruk van het apparaat niet wordt overschreden.
Pagina 25
• Verhinder dat er sterke externe spanningen en belastingen op het apparaat werken. Opmerking Materiaalcompatibiliteit Siemens kan u ondersteuning bieden bij het selecteren van sensorcomponenten die nat worden van de procesmedia. U bent echter zelf verantwoordelijk voor de selectie van de componenten. Siemens aanvaardt geen aansprakelijkheid voor storingen of fouten tengevolge van ongeschikte materialen.
Inbouwen/aanbouwen 4.1 Fundamentele veiligheidsinstructies 4.1.1 Eisen aan de plaats van inbouw WAARSCHUWING Onvoldoende luchttoevoer Het apparaat kan oververhit raken als er voldoende luchttoevoer is. • Installeer het apparaat zo dat er voldoende luchttoevoer in de ruimte is. • Houd u aan de maximaal toegestane omgevingstemperatuur. Raadpleeg de informatie in de sectieTechnische gegevens (Pagina 63).
Inbouwen/aanbouwen 4.2 Monteren (behalve niveau) 4.1.2 Vakkundige montage WAARSCHUWING Onjuiste montage in Zone 0 Explosiegevaar in explosieve zones. • Garandeer dat de procesaansluiting voldoende stevig is. • Neem de standaard IEC/EN 60079-14 in acht. LET OP Onjuiste montage Het apparaat kan worden beschadigd, vernield of het functioneren ervan kan worden beperkt door onjuiste montage.
Inbouwen/aanbouwen 4.2 Monteren (behalve niveau) Inbouwlocatie Zorg ervoor dat de inbouwlocatie voldoet aan de volgende voorwaarden: • Toegankelijk • In de buurt van het meetpunt • Trillingvrij • Binnen de toegestane omgevingstemperatuurwaarden Bescherm de druktransmitter tegen: • directe warmtestraling • Plotselinge temperatuurschommelingen •...
Inbouwen/aanbouwen 4.3 Apparaat met montagebeugel bevestigen 4. Bij geïsoleerde installaties moet u ervoor zorgen dat u het apparaat maximaal tot aan de onderkant van de behuizing isoleert. Zo vermijdt u een defect aan het apparaat of, bij Ex-apparaten, het verlies van de explosiebeveiliging.
Inbouwen/aanbouwen 4.3 Apparaat met montagebeugel bevestigen Voorbeeld 1: Buismontage van de druktransmitter (serie Relatieve druk) Bij de montagehoek voor de serie Relatieve druk ontvangt u onder andere: • Twee bouten • Een buisbeugel met moeren • Vulringen Monteer de druktransmitter als volgt: Voorbeeld 2: Buismontage van de druktransmitter (serie Verschildruk) Bij de montagehoek voor de serie Verschildruk ontvangt u onder andere: •...
Inbouwen/aanbouwen 4.4 Monteren (niveau) Monteren (niveau) Aanwijzingen Bedrijfsgegevens • Vergelijk de bedrijfsgegevens met de gegevens op het typeplaatje van de druktransmitter. • Houd rekening met de minimaal en maximaal toegestane omgevingstemperatuur- en meetstoftemperatuurgrenzen, ook onder invloed van convectie en warmtestraling. •...
Inbouwen/aanbouwen 4.4 Monteren (niveau) 4.4.1 Montage aan reservoir Montage aan open reservoir Formule = ρ · g · h = ρ · g · h Onderste vulhoogte Meetbegin Bovenste vulhoogte Meeteinde Druk ρ Dichtheid van de meetvloeistof in het reservoir Gravitatieveldsterkte Bij meting aan een open reservoir is geen leiding noodzakelijk, omdat de minuszijde met de atmosfeer is verbonden.
Pagina 33
Inbouwen/aanbouwen 4.4 Monteren (niveau) Montage aan het gesloten reservoir (geen of slechts geringe condensvorming) Formule = ρ · g · h = ρ · g · h Onderste vulhoogte Meetbegin Bovenste vulhoogte Meeteinde Druk ρ Dichtheid van de meetvloeistof in het reservoir Gravitatieveldsterkte Bij meting aan een gesloten reservoir zonder of met geringe condensvorming blijft de minusdrukleiding ongevuld.
Pagina 34
Inbouwen/aanbouwen 4.4 Monteren (niveau) Montage aan het gesloten reservoir (sterke condensvorming) Formule = g · (hU · ρ- hV · ρ') = g · (hO · ρ- hV · ρ') Onderste vulhoogte Meetbegin Bovenste vulhoogte Meeteinde Stompafstand ρ Dichtheid van de meetvloeistof in het reservoir Druk ρ...
Inbouwen/aanbouwen 4.5 Demonteren Demonteren WAARSCHUWING Onjuiste demontage Onjuiste demontage kan resulteren in de volgende risico's: - Letsel door elektrische schok - Risico door onderdompeling van media die zijn aangesloten op het proces - Explosiegevaar in explosieve zones Neem voor een correcte demontage het volgende in acht: •...
Aansluiten Fundamentele veiligheidsinstructies WAARSCHUWING Ongeschikte kabels, kabelschroefverbindingen en/of pluggen Explosiegevaar in explosieve zones. • Gebruik uitsluitend kabelschroefverbindingen/pluggen die voldoen aan de voorschriften voor de betreffende beveiligingsklasse. • Draai de kabelschroefverbindingen aan met de aandraaimomenten gespecificeerd in Technische gegevens (Pagina 63). •...
Aansluiten 5.1 Fundamentele veiligheidsinstructies WAARSCHUWING Ontbrekende potentiaalvereffening Bij ontbrekende potentiaalvereffening explosiegevaar in explosieve zones door vereffeningsstroom of ontstekingsvonken. Let bij apparaten van de beveiligingsklasse intrinsieke veiligheid 'db', 'ec', 'tb' of 'tc' die met een niet intrinsiek veilig stroomcircuit worden gebruikt op het volgende: •...
Pagina 39
Aansluiten 5.1 Fundamentele veiligheidsinstructies Afbeelding 5-1 Voorbeeld typeplaatje: type 7MF0..0-..-.D..-Z + E20 LET OP Omgevingstemperatuur te hoog Schade aan kabelmantel. • Gebruik bij een omgevingstemperatuur ≥ 60 °C (140 °F) hittebestendige kabels die geschikt zijn voor een omgevingstemperatuur die ten minste 20 °C (36 °F) hoger ligt. LET OP Condensatie in het apparaat Schade aan het apparaat door de vorming van condensatie indien het temperatuurverschil...
Aansluiten 5.2 Apparaat aansluiten Opmerking De stoorbestendigheid verhogen • Leg signaalkabels gescheiden van kabels met spanningen > 60 V. • Gebruik kabels met gevlochten draden. • Hanteer voor apparaat en kabels voldoende afstand tot sterke elektromagnetische velden. • Neem de voorschriften voor communicatie in acht die vermeld staan in de Technische gegevens (Pagina 63).
Aansluiten 5.2 Apparaat aansluiten ⑦ 1. Sluit het apparaat via de aanwezige aardleidingsaansluiting op de installatie aan en neem daarbij de aanhaalmomenten in acht. – Gebruik een kabel met een diameter van 1 … 4 mm ③ 2. Breng de aansluitkabel door de kabelwartel naar binnen.
Aansluiten 5.3 Voedingsspanning inschakelen Voedingsspanning inschakelen Handelwijze 1. Sluit het apparaat aan. (Pagina 41) 2. Schakel de voedingsspanning in. – Productnaam en FW-versie verschijnen kort op het display. – De meetwaarden worden op het display of via de afstandsbediening (bijv. SIMATIC PDM) weergegeven.
Inbedrijfstelling Fundamentele veiligheidsinstructies GEVAAR Toxische gassen en vloeistoffen Vergiftigingsgevaar wanneer het apparaat wordt geventileerd: als er giftige procesmedia gemeten worden, kunnen er giftige gassen en vloeistoffen ontsnappen. • Zorg ervoor dat er voor het ontluchten geen giftige gassen of vloeistoffen in het apparaat zijn of neem adequate veiligheidsmaatregelen.
Inbedrijfstelling 6.2 Apparaat in gebruik nemen WAARSCHUWING Het apparaat openen terwijl het is verbonden met de voeding Explosierisico in gevaarlijke zones • Open het apparaat uitsluitend terwijl het niet is verbonden met de voeding. • Voordat u het in bedrijf neemt, moet u controleren dat het deksel, de dekselsloten en de kabelinvoeren zijn vastgemaakt volgens de richtlijnen.
Inbedrijfstelling 6.3 Toepassingsvoorbeelden Werkwijze 1. Monteer het apparaat. Monteren (niveau) (Pagina 31) Monteren (behalve niveau) (Pagina 27) 2. Sluit het apparaat aan. Apparaat aansluiten (Pagina 41) 3. Schakel de voedingsspanning in. Voedingsspanning inschakelen (Pagina 43) 4. Als u de fabrieksinstellingen wilt wijzigen, kunt u het apparaat via de lokale of de afstandsbediening parametreren.
Pagina 48
Inbedrijfstelling 6.3 Toepassingsvoorbeelden Handelwijze Druktransmitter boven het drukmeetpunt Druktransmitter onder het drukmeetpunt ① ⑥ Druktransmitter Afsluiter ② ⑦ Afsluitappendage Afsluiter (optioneel) ③ ⑧ Procesafsluiter Condensaatreservoir (optioneel) ④ ⑨ Afsluiter voor testaansluiting Uitblaasklep of voor ontluchtingsschroef ⑤ Drukleiding ④ 1. Open de afsluiter voor de testaansluiting 2.
Inbedrijfstelling 6.3 Toepassingsvoorbeelden 6.3.1.2 Inbedrijfstelling bij damp en vloeistof Voorwaarde Alle afsluiters zijn gesloten. Procedure ① Druktransmitter ② Afsluitappendage ③ Procesafsluiter ④ Afsluiter voor testaansluiting of voor ontluchtingsschroef ⑤ Drukleiding ⑥ Afsluiter ⑦ Aflaatklep ⑧ Compensatiereservoir (alleen bij damp) ④ 1.
Inbedrijfstelling 6.3 Toepassingsvoorbeelden 6.3.2 Verschildruk en doorstroming 6.3.2.1 Inbedrijfsname bij gassen Voorwaarde Alle afsluiters zijn gesloten. Handelwijze Druktransmitter boven de werkdruksensor Druktransmitter onder de werkdruksensor ① ⑦ Druktransmitter Uitblaasklep ② ⑧ Compensatieafsluiter Condensaatreservoirs (optioneel) ③ ⑨ Werkdrukafsluiters Werkdruksensor (bijv. FPS200 en FPS300) ④...
Pagina 51
Inbedrijfstelling 6.3 Toepassingsvoorbeelden ② 5. Sluit de compensatieafsluiter ③ ④ 6. Open de andere werkdrukafsluiter ( SITRANS P320/P420 Beknopte bedieningshandleiding, 01/2021, A5E38874562-AC...
Inbedrijfstelling 6.3 Toepassingsvoorbeelden 6.3.2.2 Inbedrijfsname bij vloeistoffen Voorwaarde Alle afsluiters zijn gesloten. GEVAAR Giftige vloeistoffen Vergiftigingsgevaar bij het ontluchten van het apparaat. Bij het meten van giftige meetstoffen met dit apparaat kunnen bij het ontluchten giftige vloeistoffen vrijkomen. • Zorgt u er voor het ontluchten voor dat er geen vloeistoffen in het apparaat zijn of neemt u adequate voorzorgsmaatregelen.
Inbedrijfstelling 6.3 Toepassingsvoorbeelden ⑥ 1. Open beide afsluiters aan de drukopnamepunten. ② 2. Open de compensatieafsluiter 3. Bij een druktransmitter onder de werkdruksensor opent u één voor één beide ⑦ aflaatkleppen enigszins, tot er luchtvrije vloeistof ontsnapt. Bij een druktransmitter boven de werkdruksensor opent u één voor één beide ⑩...
Pagina 54
Inbedrijfstelling 6.3 Toepassingsvoorbeelden WAARSCHUWING Hete damp Gevaar voor letsel. ⑦ Voor het reinigen van de leiding kunt u de aflaatventielen kort openen, zodat hete damp kan ontsnappen. ⑦ • Aflaatventielen maar kort openen voordat damp ontsnapt. Handelwijze ① ⑦ Druktransmitter Afvoerventielen ②...
Inbedrijfstelling 6.3 Toepassingsvoorbeelden 6. Open het ontluchtingsventiel (afdichtstop met ontluchtingsventiel) aan de negatieve kant van de druktransmitter een beetje, totdat luchtvrij condensaat ontsnapt. ③ 7. Sluit de werkdrukafsluiter ④ 8. Open de werkdrukafsluiter een stukje, tot condensaat luchtvrij naar buiten stroomt. ①...
Service en onderhoud Fundamentele veiligheidsinstructies Het apparaat is onderhoudsvrij. Desondanks moet er een regelmatige inspectie volgens geldende richtlijnen en voorschriften worden doorgevoerd. Een inspectie kan bijvoorbeeld de controle omvatten op: • omgevingscondities • Goede afdichting van de procesaansluitingen, kabeldoorvoeren en afdekkappen •...
Geen reinigingsmiddelen gebruiken die het materiaal aantasten. Voorzichtig te werk gaan, de membraan niet met scherpgerande gereedschappen beschadigen. Service- en onderhoudswerkzaamheden WAARSCHUWING Ontoelaatbare reparatie van explosieveilige apparaten Explosierisico in gevaarlijke zones • Reparatie mag uitsluitend plaatsvinden door bevoegde Siemens werknemers. SITRANS P320/P420 Beknopte bedieningshandleiding, 01/2021, A5E38874562-AC...
Service en onderhoud 7.3 Service- en onderhoudswerkzaamheden VOORZICHTIG Hete oppervlakken Risico op brandwonden tijdens onderhoudswerkzaamheden aan onderdelen met oppervlaktetemperaturen boven 70 °C (158 °F). • Neem gepaste beschermende maatregelen, bijvoorbeeld door veiligheidshandschoenen te dragen. • Na het verrichten van onderhoud, moet u de voorzieningen voor contactbescherming weer monteren.
Er worden foutieve meetwaarden aangegeven. Door vervanging van afdichtingen van een drukkap met verschildruk-meetcel kan het meetbegin worden verschoven. • Vervanging van afdichtingen bij apparaten met een verschildruk-meetcel mag uitsluitend geschieden door personeel dat door Siemens is geautoriseerd. Opmerking Ondeugdelijke verwisseling van afdichtingen Door gebruik van verkeerde afdichtingen bij vlaksluitend gemonteerde procesaansluitingen kunnen meetfouten en/of beschadigingen optreden.
Alle apparaten / vervangende onderdelen die retour worden gestuurd zonder ontsmettingsverklaring, worden op uw kosten gereinigd voordat ze verder worden behandeld. Raadpleeg voor nadere details de bedieningshandleiding. Zie ook Decontaminatieverklaring (http://www.siemens.com/sc/declarationofdecontamination) Begeleidingsformulier retourartikelen (http://www.siemens.com/processinstrumentation/ returngoodsnote) Verwijdering De in deze handleiding beschreven apparaten moeten worden gerecycled.
Pagina 62
Service en onderhoud 7.5 Verwijdering SITRANS P320/P420 Beknopte bedieningshandleiding, 01/2021, A5E38874562-AC...
Technische gegevens 8.1 Ingang Meetgrenzen relatieve druk 30 mbar a/3 kPa a/0,44 psi a • Meetcel met inerte olie 100 mbar a/10 kPa a/1,45 psi a • Meetcel met FDA-conforme olie Bovenste meetgrens 100% van de max. meetspanne (bij zuurstofmeting max. 100 bar/10 MPa/ 1450 psi en 60 °C omgevingstemperatuur/temperatuur van de te meten stof) Meetbegin Tussen de meetgrenzen (traploos instelbaar)
Technische gegevens 8.1 Ingang Meetgrenzen relatieve druk van bouwserie verschildruk 100 mbar a/10 kPa a/1,45 psi a • Meetcel met FDA-conforme olie Bovenste meetgrens 100% van de max. meetspanne (bij zuurstofmeting max. 100 bar/10 MPa/1450 psi en 60 °C omgevingstemperatuur/ temperatuur van de te meten stof) Meetbegin Tussen de meetgrenzen (traploos instelbaar)
Technische gegevens 8.1 Ingang 8.1.7 Verschildruk en doorstroming Ingang verschildruk en doorstroming, MAWP 160 bar (2320 psi) Meetvariabele Verschildruk en doorstroming Meetspanne (traploos instel‐ Meetspanne Maximaal toegestane Maximaal toegestaan baar) resp. meetbereik en bedrijfsdruk MAWP (PS) Testdruk max. toegestane bedrijfsdruk 1 …...
Pagina 70
Technische gegevens 8.1 Ingang Bij apparaten met functionele veiligheid wordt de minimaal toegestane meetspanne beperkt door de turndown. Zorg er daarom voor dat de ingestelde turndown niet hoger is dan 5:1. Ingang verschildruk en doorstroming, MAWP 420 bar (6092 psi) Meetvariabele Verschildruk en doorstroming Meetspanne (traploos instel‐...
Technische gegevens 8.1 Ingang Meetgrenzen verschildruk en doorstroming Bovenste meet‐ 100% van de maximale meetspanne (bij zuurstofmeting maximaal 100 bar/10 MPa/1450 psi en 60 °C grens omgevingstemperatuur/temperatuur van de te meten stof) Meetbegin Tussen de meetgrenzen (traploos instelbaar) 8.1.8 Niveau Ingang vulstand Meetvariabele Niveau...
Technische gegevens 8.2 Gebruikscondities Gebruikscondities Gebruikscondities relatieve druk en absolute druk (van serie relatieve druk) Omgevingscondities • Omgevingstemperatuur Opmerking: Let in explosiegevoelige omgevingen op de temperatuurklasse. Behuizing -40 … +100 °C (-40 … +212 °F) Meetcellen met silicon‐ -40 … +85 °C (-40 … +185 °F) enolievulling Meetcel met inerte olie -40 …...
Pagina 73
Technische gegevens 8.2 Gebruikscondities Gebruikscondities relatieve druk en absolute druk (van serie relatieve druk) Druk Temperatuurbereik Meetcel met siliconenolie‐ -40 … +100 °C (-40 … +212 °F) vulling Meetcel met inerte olie (re‐ latieve druk) 250 mbar -40 … +100 °C (-40 … +212 °F) 1 bar/100 kPa/14.5 psi -40 …...
Pagina 74
Technische gegevens 8.2 Gebruikscondities Gebruikscondities relatieve druk en absolute druk, met vlakslui‐ tend gemonteerd membraan Elektromagnetische compati‐ biliteit Conform EN 61326 en NAMUR NE 21 • Storingsemissie en sto‐ ringsongevoeligheid Meetstofcondities Meetstoftemperatuur -40 … +150 ℃ (-40 … +302 °F) •...
Pagina 75
Technische gegevens 8.2 Gebruikscondities Gebruikscondities relatieve druk en absolute druk (van serie ver‐ schildruk), verschildruk en doorstroming Beschermingsgraad volgens Behuizing met kabelwartel IP66/Type 4X IEC/EN 60529/UL50-E IP68 (2 uur bij 1,5 m) Behuizing met aangebouwde M12- IP66/Type 4X apparaatstekker Behuizing met externe overspan‐ IP66/Type 4X ningsbeveiliging tot 6 kV Behuizing met aangebouwde HAN-...
Technische gegevens 8.4 Constructieve opbouw Gebruiksvoorwaarden voor zee (uit‐ Bouwserie relatieve druk Bouwserie verschildruk 1)2) sluitend in combinatie met de bestel‐ optie E): DNV-GL (Det Norske Veritas/Germani‐ 2 ... 25 Hz bij 3,2 mm scher Lloyd) 25 ... 100 Hz bij 40 m/s² Lloyd’s Register 0,5 octaven/min Bureau Veritas...
Pagina 79
Technische gegevens 8.4 Constructieve opbouw Constructieve opbouw relatieve druk en absolute druk (van serie relatieve druk) Procesaansluiting • Aansluittap G A volgens DIN EN 837-1 • Binnendraad -14 NPT • Ovale flens (MAWP 160 bar abs (2320 psi g) met aansluitschroefdraad: –...
Pagina 80
Technische gegevens 8.4 Constructieve opbouw Constructieve opbouw relatieve druk, met vlaksluitend gemonteerd membraan Procesaansluiting • Flens conform EN en ASME • NuG- en Pharma-flens • BioConnect/BioControl • PMC-Style Elektrische aansluiting Kabelinvoer voor de volgende schroefverbindingen: • M20x1,5 • ½-14 NPTM •...
Pagina 81
Technische gegevens 8.4 Constructieve opbouw Constructieve opbouw niveau Gewicht ca. 11 … 13 kg (24,2 … 28,7 lb) bij aluminium behuizing • Conform EN (druktransmitter met aanbouwflens, zonder buis) ca. 13 … 15 kg (28,7 … 33 lb) bij rvs behuizing ca.
Technische gegevens 8.5 Draaimomenten Constructieve opbouw niveau Binnendraad ‑18 NPT en flensaansluiting met bevestigingsdraad M10 conform • Minuszijde DIN 19213 (M12 bij MAWP 420 bar (6092 psi)) of -20 UNF conform EN 61518 Elektrische aansluiting Schroefklemmen Kabelinvoer voor de volgende schroefverbindingen: •...
Technische gegevens 8.7 Certificaten en vergunningen Display, toetsen en hulpvoeding Display en toetsen Toetsen 4 Toetsen voor bediening direct aan het apparaat Display • Zonder of met ingebouwd display (optie) • Deksel met glasplaat (optie) Hulpvoeding U HART PROFIBUS PA Klemspanning aan de druktransmitter •...
Pagina 84
Technische gegevens 8.7 Certificaten en vergunningen Explosiebeveiliging conform ATEX HART PROFIBUS PA kenmerk II 1/2 G Ex ia/ib IIC T4/T6 Ga/Gb II 1/2G Ex ia IIC T4/T6 Ga/Gb II 2G Ex ib IIC T4/T6 Gb II 2G Ex ib IIC T4/T6 Gb II 3G Ex ic IIC T4/T6 Gc Toegestane omgevingstem‐...
Pagina 85
Technische gegevens 8.7 Certificaten en vergunningen Explosiebeveiliging conform ATEX HART PROFIBUS PA Aanduiding II 1D Ex ia IIIC T120 °C Da Toegestane omgevingstem‐ -40 ... +80 °C (-40 ... +176 °F) -40 … +75 °C (-40 … +167 °F) peratuur Toegestane meetstoftempe‐...
Pagina 86
Technische gegevens 8.7 Certificaten en vergunningen Explosiebeveiliging conform FM (VS) FM19US0155X De toegestane bedrijfswaarden vindt u in het certificaat. Bestelvarianten Markering 7MF0..0-..-.B..-Z Class I, Zone 0, AEx ia llC T4/T6 Ga Class I, Zone 1, AEx ib llC T4/T6 Gb lntrinsically Safe (lS) for Class l, DIV 1, Gr.
Pagina 87
Technische gegevens 8.7 Certificaten en vergunningen Explosiebeveiliging conform FM (VS) Speciale voorwaarden voor het gebruik • Voor beveiligingsklasse "db": Bij gebruik van het apparaat als scheidingswandapparaat in zones die EPL Ga vereisen, dient u het niet-intrinsiek veilige stroomcircuit veilig van de aarde te scheiden, bijv.: met behulp van een SELV-stroomcircuit. •...
Pagina 88
Technische gegevens 8.7 Certificaten en vergunningen SITRANS P320/P420 Beknopte bedieningshandleiding, 01/2021, A5E38874562-AC...
PC. U kunt ook handleidingen vinden met de mobielapplicatie op Industry Online Support (https:// support.industry.siemens.com/cs/ww/de/sc/2067). De app downloaden op uw mobiel apparaat en de QR-code van het apparaat scannen. Productdocumentatie op serienummer Aan de hand van het PIA Life Cycle Portal kunt u serienummer-specifieke productinformatie vinden inclusief technische specificaties, onderdelen, kalibratiegegevens of fabriekscertificaten.
Aanvullende informatie over onze technische support vindt u onder Technical Support (Technische support) (http://www.siemens.com/automation/csi/service). Onderhoud & Support online Naast onze technische support biedt Siemens uitgebreide online diensten aan onder Service & Support (Onderhoud & Support) (http://www.siemens.com/automation/serviceandsupport). Contact Mocht u nog bijkomende vragen hebben omtrent het apparaat, gelieve dan contact op te nemen met uw plaatselijke Siemens-vertegenwoordiger onder Personal Contact (Persoonlijk contact) (http://www.automation.siemens.com/partner).
Afdichtstop/schroefdraadadapter Gebruiksdoel accessoire De afdichtstop en de schroefdraadadapter (componenten) zijn geschikt voor inbouw in elektrische productiemiddelen van de beveiligingsklasse drukvaste inkapseling 'Ex d' van de groepen IIA, IIB, IIC, evenals de beveiligingsklasse stofbescherming door behuizing 'Ex t'. Veiligheidsaanwijzingen accessoire WAARSCHUWING Verkeerde montage •...
Afdichtstop/schroefdraadadapter B.3 Technische gegevens accessoire Opmerking Verlies van de beveiligingsklasse Wijzigingen in de omgevingsvoorwaarden kunnen de componenten losser maken. • In het kader van de voorgeschreven onderhoudsintervallen: Controleer de klemschroefverbindingen en draai deze indien nodig aan. Technische gegevens accessoire Technische gegevens afdichtstop en schroefdraadadapter Afdichtstop geschikt voor beveiligingsklassen Drukvaste inkapseling "d"...
Afdichtstop/schroefdraadadapter B.4 Maattekeningen accessoire Maattekeningen accessoire Afdichtstop Ex d, M25 x 1,5, maten in mm Afdichtstop Ex d, M20 x 1,5, maten in mm SITRANS P320/P420 Beknopte bedieningshandleiding, 01/2021, A5E38874562-AC...
Pagina 94
Afdichtstop/schroefdraadadapter B.4 Maattekeningen accessoire ① Afdichtring: Voor beveiligingsklasse stofbescherming "Ex t" gebruiken Schroefdraadadapter Ex d, M25 x 1,5 op M20 x 1,5 en M25 x 1,5 op ½-14 NPT, maten in mm Afdichtstop Ex d ½ -14 NPT SITRANS P320/P420 Beknopte bedieningshandleiding, 01/2021, A5E38874562-AC...