Nederlands
Installatietype
Verwarmings-/ventilatie-/
klimaatinstallaties
8.2.3 Instelling van het pompvermogen
In de planning wordt de installatie uitgevoerd op een bepaald bedrijfspunt (hydraulisch vollast-
punt bij berekende maximale verwarmingsvermogensvraag). Bij de inbedrijfname moet het
pompvermogen (opvoerhoogte) volgens het bedrijfspunt van de installatie worden ingesteld.
Voor installaties waarbij een prioriteit voor warm water is vereist, kan de pomp op het maximale
constanttoerentalniveau (3) worden ingesteld.
Als de installatie slechts een klein debiet nodig heeft, kan de pomp op het minimale constant-
toerentalniveau (1) worden ingesteld. Dat is bijvoorbeeld zinvol voor een handmatige verlaging.
AANWIJZING: De fabrieksinstelling komt niet overeen met het voor de installatie vereiste
pompvermogen. Dat wordt met behulp van het karakteristiekdiagram van het geselec-
teerde pomptype (uit catalogus/specificatieblad) berekend. Zie ook afb. 8 en 9.
Regelingstypes p-c, p-v:
Bedrijfspunt op
max-karakteristiek
Bedrijfspunt in het
regelbereik
8.3
Bedrijf
storing elektronische apparaten door elektromagnetische velden
Elektromagnetische velden worden tijdens de werking opgewekt door pompen met frequen-
tie-omvormer. Daardoor kunnen elektronische apparaten worden gestoord. Hierdoor kan
een storing van het apparaat worden veroorzaakt die nadelige gevolgen hebben voor de
gezondheid tot aan de door, bijvoorbeeld bij dragers van geïmplanteerde actieve of passieve
medische apparatuur. Daarom zou tijdens de werking het oponthoud van personen met bij-
voorbeeld pacemakers in de buurt van de installatie/pomp verboden moeten worden. Bij
magnetische of elektronische gegevensdragers kunnen er gegevens verloren gaan.
8.4
Uitbedrijfname
Voor onderhouds-/reparatiewerkzaamheden of demontage moet de pomp uit bedrijf
worden genomen.
GEVAAR! Levensgevaar!
Bij werkzaamheden aan elektrische apparaten bestaat levensgevaar door elektrische
schok.
• Werkzaamheden aan het elektrische systeem van de pomp uitsluitend door een
gekwalificeerde elektromonteur laten uitvoeren.
• Bij alle onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet de pomp spanningsvrij worden
geschakeld en tegen onbevoegde herinschakeling worden beveiligd.
16
Systeemvereisten
2. Primaire kringen met lage drukverliezen
3. Vloerverwarmingen met thermostaat- of
zoneventielen
4. Enkelleidingsinstallatie met thermostaat- of
strangafsluiters
Constant debiet
Handmatige verlaging via instelling voor toeren-
talniveaus
p-c (afb. 9)
Van het bedrijfspunt uit een lijn naar links tekenen.
Gewenste waarde H
aflezen en de pomp op deze waarde instellen.
S
Van het bedrijfspunt uit een lijn
naar links tekenen. Gewenste
waarde H
aflezen en de pomp
S
op deze waarde instellen.
p-v (afb. 8)
Op de regelkarakteristiek tot aan de max-
karakteristiek en vervolgens horizontaal
naar links gaan, gewenste waarde H
zen en de pomp op deze waarde instellen.
Aanbevolen
regelingstype
p-c
n = const.
afle-
S
WILO SE 04/2015