• Installatie binnen een gebouw:
Pomp in een droge, goed geventileerde en – volgens de beschermingsklasse (zie type-
plaatje van de pomp) – stofvrije ruimte installeren.
Omgevingstemperaturen onder -20°C zijn niet toegestaan.
• Installatie buiten een gebouw (buitenopstelling):
• Pomp in een put (bijv. lichtschacht, ringput) met afdekking of in een kast/huis als
bescherming tegen weersinvloeden installeren.
Omgevingstemperaturen onder -20°C zijn niet toegestaan.
• Directe zonnestraling op de pomp voorkomen.
• De pomp moet zo worden beschermd, dat de groeven voor het wegstromen van het
condensaat vuilvrij blijven. (fig. 7)
• Pomp tegen regen beschermen. Druipwater van boven is toegestaan onder de voor-
waarde dat de elektrische aansluiting conform de inbouw- en bedieningsvoorschriften
is uitgevoerd en correct is afgesloten.
VOORZICHTIG! Gevaar voor materiële schade!
Bij over-/onderschrijding van de toegestane omgevingstemperatuur voor voldoende
ventilatie/verwarming zorgen.
Door de overtemperaturen kan de elektronicamodule uitgeschakeld worden.
De elektronicamodule nooit met voorwerpen afdekken. Voldoende afstand van min-
stens 10 cm rondom de elektronicamodule vrijhouden.
• Alvorens de pomp te installeren, moeten alle las- en soldeerwerkzaamheden uitgevoerd
worden.
VOORZICHTIG! Gevaar voor materiële schade!
Verontreinigingen in het leidingsysteem kunnen de pomp tijdens het bedrijf vernielen.
Alvorens de pomp te installeren, moet het leidingsysteem worden gespoeld.
• Afsluitarmaturen voor en achter de pomp installeren.
• De leidingen met geschikte inrichtingen op de bodem, aan het plafond of de wand bevesti-
gen, zodat de pomp het gewicht van de leidingen niet draagt.
• Wanneer de pomp in de aanvoer van open installaties wordt gemonteerd moet de veilig-
heidsaanvoer vóór de pomp aftakken (DIN EN 12828).
• De pomp op een goed toegankelijke plaats installeren zodat deze later eenvoudig geïnspec-
teerd of vervangen kan worden.
• Waar u tijdens de opstelling/installatie op moet letten:
• Spanningsvrije installatie met horizontaal liggende pompas (zie installatiepositie volgens
afb. 2).
• Ervoor zorgen dat de pomp op een toegestane inbouwpositie en met correcte door-
stroomrichting wordt geïnstalleerd (vgl. afb. 2). Het symbool voor de stroomrichting op
het pomphuis (afb. 1a; pos 2.1) geeft de stroomrichting aan. Indien nodig motor incl.
regelmodule draaien, zie hoofdstuk 9.1.
VOORZICHTIG! Gevaar voor materiële schade!
Als de module in een niet toegelaten positie staat, bestaat het gevaar dat er druipwater
in de module geraakt. Positie van de module met de kabelaansluiting naar boven is niet
toegelaten!
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Yonos PARA High Flow
Nederlands
9