Beide hartslagprogramma's—Tijdens uw oefen-
sessie zal het bedieningspaneel regelmatig uw
hartslag met de doelhartslag voor het huidige
segment vergelijken. Als uw hartslag te ver onder
of boven de doelhartslag ligt, dan zal de weer-
stand van de pedalen automatisch verhogen of
verlagen om uw hartslag dichter bij uw doelhart-
slag te brengen.
Als het eerste segment eindigt, dan zal de tempo-
assistent u suggereren om het fietstempo aan te
houden. Wanneer te "too slow" (te langzaam) in-
dicator begint te branden dan moet u uw tempo
wat verhogen. Wanneer de "too fast" (te snel) in-
dicator begint te branden dan moet u uw tempo
verlagen. Houd uw tempo aan wanneer de mid-
delste indicator begint te branden.
Belangrijk: De doelhartslaginstellingen zijn
slechts bedoeld als motivatie. Zorg ervoor dat
U in een tempo oefent die U aangenaam is.
All manuals and user guides at all-guides.com
20
Opmerking: Tijdens het programma, kunt u de
weerstandsinstellingen voor het huidige segment
handmatig wijzigen met de One-touch
Weerstandstoetsen. Als het bedieningspaneel uw
hartslag echter met de doelhartslag vergelijkt, dan
zal de weerstand van de pedalen automatisch
verhogen of verminderen om uw hartslag dichter
bij de doelhartslaginstellingen te brengen.
Als u enkele seconden stopt met fietsen, dan zult u
een pieptoon horen en het programma zal worden
onderbroken. Om het programma opnieuw te star-
ten, moet u gewoon opnieuw beginnen fietsen.
6
Volg uw vorderingen op de displays.
Zie stap 5 op pagina 15.
7
Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u stopt met oefenen.
Zie stap 7 op pagina 16.