2 Productbeschrijving
Werkingsprincipe
Gebruikstoestemming
Algemene informatie
betreffende stralingsbe-
scherming
8
corrigeren. Daarmee kan de meting exact op de omstandigheden in
de tank worden aangepast.
Bij de radiometrische meting zendt een Cesium-137- of Ko-
balt-60-isotoop gebundelde gammastraling uit, die bij het doordringen
van een leidingwand en het medium wordt afgezwakt. De Nal-de-
tector aan de tegenoverliggende zijde, bijvoorbeeld op een leiding,
ontvangt de binnenkomende straling. De intensiteit van de straling is
afhankelijk van de dichtheid van het product. Het meetprincipe heeft
zich onder extreme procesomstandigheden bewezen, omdat het con-
tactloos van buiten door de leidingwand heen meet. Het meetsysteem
waarborgt maximale veiligheid, betrouwbaarheid en installatiebe-
schikbaarheid onafhankelijk van het medium en de eigenschappen
daarvan.
2.3
Bijbehorende stralingsbronhouder
Voor het gebruik van een radiometrische meting is een stralende
isotoop in een geschikte stralingsbronhouder nodig.
Het omgaan met radioactieve stoffen is wettelijk geregeld. Maatge-
vend voor het gebruik zijn de stralingsbeschermingsvoorschriften in
het land, waar de installatie wordt gebruikt.
In Duitsland geldt bijvoorbeeld de actuele "Strahlenschutzverordn-
ung" (StrlSchV) gebaseerd op de "Atomschutzgesetz" (AtG).
Voor de meting met radiometrische methoden zijn vooral de volgende
punten van belang:
Voor het gebruik van een installatie met gammastraling is een
gebruikstoestemming nodig. Deze toestemming wordt door de betref-
fende autoriteiten gegeven.
Meer informatie vindt u in de handleiding van de stralingsbronhouder.
Bij de omgang met radioactieve preparaten moet elke onnodige
stralingsbelasting worden vermeden. Een onvermijdbare stralingsbe-
lasting moet zo klein mogelijk worden gehouden. Houd daarvoor de
volgende drie belangrijke maatregelen aan:
1
Fig. 3: Maatregelen ter bescherming tegen radioactieve straling
1
Afscherming
2
Tijd
3
Afstand
2
MINITRAC 31 • Profibus PA
3