TOUCH CURVE (Default: 0)
0: Normale curve
1: Luider dan een normale toon zelfs wanneer weinig druk gebruikt
wordt om op klaviertoets te drukken. Als de toetsrespons uitge-
schakeld is, wordt geluid bij een luider volume dan gewoonlijk
weergegeven.
1.
Blijf dan op de TRANSPOSE/TUNE/MIDI toets druk-
ken totdat het TOUCH CURVE SELECT scherm ver-
schijnt.
2.
Schakel de stand aan en uit m.b.v. de [+] en [–] of [0]
en [1] toetsen.
Voorbeeld: Om toetscurve 1 in te stellen
ASSIGNABLE JACK
SUS (aanhouden): Stelt een aanhoudeffect*
het pedaal.
SoS (sostenuto): Stelt een sostenuto-effect*
pedaal.
SFt (zacht): Bewerkstelligt een vermindering van het geluid in bij
indrukken van het pedaal.
rHy (ritme): Bewerkstelligt bediening van de START/STOP toets bij
indrukken van het pedaal.
1.
Blijf dan op de TRANSPOSE/TUNE/MIDI toets druk-
ken totdat het ASSIGNABLE JACK scherm verschijnt.
Voorbeeld: Als aanhouden ingeschakeld is
2.
Verander de stand m.b.v. de [+] en [–] of [0], [1], [2]
en [3] toetsen.
Voorbeeld: Om het ritme in te stellen
*1 Aanhouden
Bij pianotonen an andere klanken die wegsterven, werkt het pedaal
als een demppedaal waarbij de klanken langer aangehouden wor-
den dan het pedaal ingedrukt gehouden wordt. Bij orgeltonen en
andere doorlopende klanken blijven op het keyboard gespeelde no-
ten aangehouden worden totdat het pedaal wordt losgelaten. In bei-
de gevallen wordt het aanhoudeffect tevens uitgeoefend op noten
die gespeeld worden terwijl het pedaal reeds ingedrukt is.
*2 Sostenuto
Dit effect werkt hetzelfde als bij aanhouden behalve dat het enkel
uitgeoefend wordt op noten die reeds klinken op het moment dat het
pedaal ingedrukt wordt. Noten die dus gespeeld worden als het pe-
daal reeds ingedrukt is, worden niet beïnvloed.
702A-F-083A
SOUND RANGE SHIFT (Default: aan)
on: Verschuift tonen in het lage bereik naar een lagere octaaf en 072
oFF: Speelt tonen in het lage bereik en 072 PICCOLO op hun norma-
1.
1
in bij indrukken van
2
in bij indrukken van het
2.
Boodschappen
Er is een grote hoeveelheid boodschappen gedefinieerd onder de MIDI
standaard en dit hoofdstuk geeft de details betreffende die boodschap-
pen die verzonden en ontvangen kunnen worden door dit keyboard.
Een asterisk wordt gebruikt om boodschappen aan te duiden die in-
vloed hebben op het gehele keyboard. Die zonder asterisk betreffen
boodschappen die slechts op een kanaal invloed hebben.
Note on/off (noot aan/uit)
Deze boodschap zendt data bij het indrukken (NOTE ON) of loslaten
(NOTE OFF) van klaviertoetsen.
Een NOTE ON/OFF boodschap bevat een nootnummer (om aan te
geven welke toets ingedrukt of losgelaten wordt) en snelheid (druk
op het toetsenbord tussen 1 en 127). NOTE ON snelheid wordt altijd
gebruikt om het relatieve volume van de noot te bepalen. Dit key-
board ontvangt geen NOTE OFF snelheidsdata.
Bij indrukken of loslaten van een klaviertoets bij dit keyboard wordt
de corresponderende NOTE ON of NOTE OFF boodschap verzon-
den via de MIDI OUT aansluiting.
# Wanneer SUS ingesteld is
Pedaal ingedrukt
# Wanneer SoS ingesteld is
Pedaal ingedrukt
PICCOLO naar een hogere oktaaf.
le niveau.
Blijf dan op de TRANSPOSE/TUNE/MIDI toets druk-
ken totdat het SOUND RANGE SHIFT scherm verschijnt.
Verander de stand m.b.v. de [+] en [–] of [0] en [1]
toetsen.
Voorbeeld: Om SOUND RANGE SHIFT uit te schakelen
Druk op de toets
MIDI OUT
aansluiting
Laat de toets los
MIDI OUT
aansluiting
Pedaal losgelaten
Pedaal losgelaten
= Toetsenbord ingedrukt
= Aangehouden noten
NOTE ON (noot aan)
• Nootnummer (toon)
• Snelheid (volume)
NOTE OFF (noot uit)
• Nootnummer (toon)
• Snelheid (volume)
D-39