Weergave van een demonstratiemelodie
Bij indrukken van de DEMO toets begint weergave van
de demonstratiemelodieën waardoor 100 ingebouwde
melodieën doorlopend achter elkaar afgespeeld worden.
Druk op de DEMO, START/STOP of STOP toets om
weergave van de demonstratiemelodie te stoppen.
❚ OPMERKINGEN ❚
• Bij indrukken van de [+] (voorwaarts) of [–] (achterwaarts) toets
wordt naar de volgende of vorige demonstratiemelodie gegaan.
• De toon van het keyboard (pagina D-14) kan ingesteld worden
voor het begin van de demonstratiemelodieën en dan kan deze
toon gebruikt worden om mee te spelen op het toetsenbord.
• De functies voor MIDI, lagen en splitsen zijn uitgeschakeld
tijdens weergave van een demonstratiemelodie.
Cijfertoetsen
[+]/[–] toetsen
Betreffende de display
ten
2.
Dit deel toont het toonnummer en de -naam, het
ritmenummer en de -naam en het melodienummer en de
-naam. Het toont ook andere informatie bij gebruik van
E)
de geheugenfunctie en andere functies. Indicators
verschijnen hier ook om aan te geven wat voor soort
data getoond wordt: TONE (toondata), RHYTHM
(ritmedata) en SONG BANK (melodiebankdata).
1.
Er verschijnen een punt en een
pianoteken naast de groep die in
gebruik is: étude, concertstuk.
8.
Gebruik een
grafisch toetsenbord
om noten te laten
zien die gespeeld
worden van de
ingebouwde
melodieën, op het
toetsenbord of van
het geheugen,
akkoordvormen en
MIDI ontvangstdata.
7.
Dit deel toont de akkoordnamen tijdens weergave van de
automatische begeleiding en de melodiebank.
6.
Dit deel toont maatnummer, maatslagnummer, een grafische metronoom en de
tempowaarde (maatslagen per minuut) tijdens weergave van ritmes en de
automatische begeleiding en bij gebruik van het geheugen. Tevens wordt hier de
lesstapnummer getoond tijdens de 3-staps les.
❚ OPMERKING ❚
Displayvoorbeelden aangegeven in deze gebruiksaanwijzing dienen enkel ter illustratie. De werkelijke tekst en waarden die in de display verschijnen kunnen
verschillen van de voorbeelden die hier inde gebruiksaanwijzing worden gegeven.
702A-F-053A
•
Voor het invoeren van
cijfers om een
aangegeven nummer
of instelling te
veranderen.
•
Negatieve waarden
kunnen niet worden
ingevoerd met de
cijfertoetsen. Gebruik
in plaats daarvan de
[+] (verhogen) en [–]
(verlagen) toets.
ETUDE
CONCERT
PIECE
Achter Paneel
Hoofdtelefoon/uitgangsaansluiting
(PHONES/OUTPUT)
MIDI IN aansluiting
ASSIGNABLE
OUT
IN
MIDI
MIDI OUT aansluiting
Toewijsbare aansluiting (ASSIGNABLE JACK)
Splitstoets (SPLIT)
3.
Dit deel is de notenbalknotatiedisplay die noten aangeeft die van
ingebouwde melodieën of op het toetsenbord worden gespeeld of
uit het geheugen, van akkoordvormen en MIDI ontvangstdata.*
#
Noten binnen het bereik F
6 - C7 worden door de
notenbalknotatiedisplay aangegeven als een lagere octaaf samen
met een octaaf omhoog-teken (
Bij gebruik van een pedaal verschijnt hier het (
bij indrukken van het pedaal.
*1 Ontvangen noten buiten het bereik C2 - C7 verschijnen niet in
de display.
*2 Noten binnen het bereik C2 - B2 worden niet getoond terwijl
het octaaf omhoog-teken (
wordt.
LAYER
SPLIT
GM
TOUCH
RESPONSE
MEMORY
5.
Dit deel toont vingerzettingen,
dynamische markeringen, en andere
vingerinformatie tijdens de 3-staps les
en melodieweergave. De letters "L"
(links) en "R" (rechts) verschijnen om de
automatische begeleidingsdelen en
geheugensporen voor de linker- en de
rechterhand aan te geven.
PHONES/
DC 9V
JACK
OUTPUT
9V gelijkstroomaansluiting
(DC 9V)
Toontoets (TONE)
Ritmetoets (RHYTHM)
Melodiebanktoets
(SONG BANK)
Laag-toets (LAYER)
1
2
).*
) teken telkens
) in de display aangegeven
4.
Een wijzer of
indicator verschijnt
naast een functie
die in gebruik is:
toetsrespons,
algemene MIDI
functie, lagen,
splitsing,
geheugen en stap.
D-9