Inhoudsopgave
Advertenties
I Track Mix
Met deze functie kan data van twee verschillende tracks worden samengevoegd en het
resultaat in een andere track worden geplaatst, of data kan van de ene track naar een
andere worden gekopieerd.
Specificeer de tracks die u wilt
mixen.
Om de SOURCE1 track gewoon naar de DESTINATION
track te kopiëren, selecteert u COPY met de SOURCE2
LCD knoppen.
I Note Shift
Hiermee kunt u tracks die data bevatten individueel omhoog of omlaag transponeren, in
stappen van een halvetoonsafstand, met een maximum van twee octaven.
De TR1~8/TR9~16
LCD knop kan wor-
den gebruikt om te
schakelen tussen de
tracks 1 t/m 8 en 9 t/
m 16.
Als u deze knop
ingedrukt houdt en
dan één van de tracks
instelt, worden alle
tracks tegelijk getrans-
poneerd.
Song Setup (Multi Track Record)
Met deze functie kunt u een DSP effectblok (4~7) toewijzen aan elk van de tracks van de huidige song.
Andere parameters kunnen naar wens worden gewijzigd via het Mixing Console scherm (blz. 144).
Het tempo van de song kan
indien nodig worden ingesteld
met de data dial, en alle an-
dere beschikbare parameters
kunnen indien nodig worden
gewijzigd via de Mixing
Console schermen.
Wijs een DSP effectblok
(4~7) toe aan één van de
tracks van de huidige song.
Selecteer de track waarin u het
resultaat wilt plaatsen.
Hier kunt u de gewenste transpositie voor
iedere track instellen. (Er verschijnen alleen
parameters voor tracks die data bevatten.)
Druk hierop om de Track Mix
handeling uit te voeren.
Hierna verandert de functie
van deze knop in "UNDO", die
gebruikt kan worden om de
Kopieer/mix handeling weer
ongedaan te maken als het
resultaat niet naar wens zou
zijn (de "UNDO" knop is
slechts zichtbaar totdat de vol-
gende handeling is uitgevoerd).
Druk hierop om de Note Schift
handeling uit te voeren.
Hierna verandert de functie van
deze knop in "UNDO", die gebruikt
kan worden om de Note Shift
handeling weer ongedaan te
maken als het resultaat niet naar
wens zou zijn (de "UNDO" knop is
slechts zichtbaar totdat de vol-
gende handeling is uitgevoerd).
Druk hierop om de
instellingen op te
nemen in de huidige
song.
Song Creator
Song Creator
OPMERKING
• Alle overige data, behalve de
gemixte data, wordt ontleend
aan de SOURCE1 track.
OPMERKING
• De Part Assign parameters van
de Plug-in Voice worden niet
naar de bestemmings-track
gekopieerd, zelfs niet als de
Track Mix handeling wordt uit-
gevoerd. Stel daarom, nadat
de Track Mix handeling is uit-
gevoerd, de Part Assign
parameter (in de System
Exclusive - XG parameters) in
op het corresponderende Part
nummer in het Event List
scherm (blz. 120).
Raadpleeg de handleiding van
uw Plug-in Board voor details
over de Part Assign
Parameters.
OPMERKING
• Er kan slechts één Setup
parameter worden opgeno-men
voor elke track en elke
parameterverandering midden
in een song wordt geannuleerd.
In het geval van Volume- en
Tempoveranderingen midden in
een song, worden deze veran-
deringen wel doorge-voerd (als
wijziging t.o.v. de Aanvangs-
Setup Data instelling).
115
Referentie
Advertenties
Inhoudsopgave
