Data in Flash ROM Opslaan op een Disk
De data types die hieronder worden beschreven kunnen worden opgeslagen op een
diskette, op een optionele hard disk, of op een optioneel SCSI apparaat.
De uitleg die nu volgt hoort bij stap 3 van de Basisprocedure op bladzijde 150.
G Selecteer het data type dat moet worden opgeslagen.
G Selecteer de bestemmings-file op de disk.
Wanneer er een optionele
hard disk is geïnstalleerd,
of een optioneel SCSI
apparaat is aangesloten,
dient u hier het gewenste
apparaat te selecteren.
G Voer de opslaghandeling uit door de scherminstructies op te volgen.
Selecteer de
gewenste data
groep die moet
worden opgesla-
gen. De in de
tabel (rechts hier-
van) opgesomde
data types kun-
nen aan- of
uitgezet worden.
Zet de data types aan of uit.
Data types die op ON staan
worden opgeslagen.
PAGE CONTROL
BACK
NEXT
Zie blz. 151 voor details
over het selecteren van
een directory/file.
PAGE CONTROL
BACK
NEXT
DISK/SCSI Handelingen
DISK/SCSI Handelingen
SETUP
Alle setup data — zie de
lijst op blz. 214.
EFFECT
Alle User effect data — blz.
DATA
146.
REGISTRATI
Alle Registratiegeheugen
ON BANK
data — blz. 214.
U kunt de afzonderlijke
banken aan- of uitzetten.
MULTI PAD
Alle Multi Pad data — blz.
141.
U kunt de afzonderlijke
banken aan- of uitzetten.
CUSTOM
Alle Custom Voice data —
VOICE
blz. 92.
U kunt de afzonderlijke
nummers aan- of uitzetten.
Sla indien nodig ook de
Wave op.
ORGAN
Alle Organ Flutes voice in-
FLUTES
stellingen — blz. 62.
U kunt de afzonderlijke
nummers aan- of uitzetten.
PAS OP
• Wanneer een bestaande file
wordt overschreven, wordt
alle data overschreven. Dit
houdt in dat ook alle voor-
gaande data corresponderend
met items die op OFF staan,
worden overschreven met
"lege" data.
OPMERKING
• Het opslaan van stijl data wordt
met de Stijl Manager functie
gedaan (blz. 74).
Referentie
153