x
(SURROUND)
SR
SL
(achterluidsprekers)
• LARGE
Zijn er grote achterluidsprekers aangesloten die alle
lage tonen zonder problemen kunnen weergeven, dan
kiest u de stand LARGE. Gewoonlijk zal de stand
LARGE het best voldoen. Als de voorluidsprekers
echter zijn ingesteld op SMALL, kunt u de
achterluidsprekers niet instellen op LARGE.
• SMALL
Als het geluid vervormd is, of als u te weinig
ruimtelijk effect ervaart bij het gebruik van
multikanaals ruimtelijk geluid, dan kunt u SMALL
kiezen; daarmee worden de lage tonen van de
achterkanalen naar de subwoofer of andere LARGE-
luidsprekers geleid.
• NO
Als u geen achterluidsprekers heeft aangesloten,
kiest u NO.
Tip
Met de instellingen LARGE en SMALL bepaalt u
voor elke luidspreker of de interne geluidsprocessor al
dan niet lage signalen naar dat kanaal doorlaat.
Wanneer er geen lage tonen naar een kanaal worden
doorgelaten, dan worden de bijbehorende lage
frekwenties omgeleid naar de subwoofer of naar
andere LARGE-luidsprekers.
Het is echter het beste om zoveel mogelijk de lage
tonen door te laten geven. Daarom kunt u zelfs met een
stel kleine luidsprekers toch beter de stand LARGE
kiezen als u de lage tonen ook door die luidsprekers
wilt laten weergeven. En andersom, als u grote
luidsprekers aansluit maar niet wilt dat die de laagste
tonen weergeven, kunt u voor die luidsprekers best
SMALL kiezen.
Als de totale geluidsindruk minder is dan gewenst,
kiest u dan voor alle luidsprekers de stand LARGE.
Als u te weinig laag hoort, kunt u met de
frekwentiebandversterker ("equalizer") de lage tonen
versterken. Om de lage tonen te versterken, zie
pagina 48.
x
DIST. X.X m
L
R
(afstand voorluidspreker)
Oorspronkelijke instelling: 3.0 m
Hiermee kunt u de afstand tussen uw luisterpositie en
de voorluidsprekers instellen (A). U kunt deze afstand
instellen van 1,0 m tot 7,0 m in stappen van 0,1 m.
NL
20
Als de twee voorluidsprekers niet even ver van uw
luisterpositie afstaan, dan kiest u de afstand tot de
dichtstbijzijnde.
A
x
DIST. X.X m
C
(afstand middenluidspreker)
Oorspronkelijke instelling: 3.0 m
Hiermee kunt u de afstand tussen uw luisterpositie en
de middenluidspreker instellen. U kunt deze afstand
instellen van 1,0 m tot 7,0 m in stappen van 0,1 m.
x
DIST. X.X m
SL
SR
(afstand achterluidsprekers)
Oorspronkelijke instelling: 3.0 m
Hiermee kunt u de afstand tussen uw luisterpositie en
de achterluidsprekers instellen. U kunt deze afstand
instellen van 1,0 m tot 7,0 m in stappen van 0,1 m.
Als de twee achterluidsprekers niet even ver van uw
luisterpositie afstaan, dan kiest u de afstand tot de
dichtstbijzijnde.
x
PL.
SL
SR
(plaatsing achterluidsprekers)
Hiermee kunt u de hoogte van uw achterluidsprekers
instellen zodat ruimtelijke effecten correct worden
weergegeven in Cinema Studio EX-modus
(pagina 45).
B
A
• LOW
Dit kiest u als de hoogte van uw achterluidsprekers
overeenkomt met gebied A.
• HIGH
Dit kiest u als de hoogte van uw achterluidsprekers
overeenkomt met gebied B.
* Dit onderdeel is niet beschikbaar wanneer er voor
ontbrekende achterluidsprekers NO is gekozen.
A
45˚
90˚
20˚
*
B
60
A
30