16 Spoelen, vullen en ontluchten
16.1 Kwaliteit verwarmingswater
AANWIJZING
● Gedetailleerde informatie vindt u onder
andere in de (Duitse) VDI-richtlijn 2035
"Voorkomen van schade in warmwaterver-
warmingsinstallaties"
● vereiste pH-waarde: 8,2 ... 10;
bij aluminium materialen:
pH-waarde: 8,2 ... 8,5
► Vul de installatie uitsluitend met gedeminerali-
seerd verwarmingswater (demi-water) of met wa-
ter overeenkomstig VDI 2035-norm (zoutarme
werkwijze van de installatie).
Voordelen van de zoutarme werkwijze:
●
geringe corrosieve eigenschappen
●
geen vorming van ketelsteen
●
ideaal voor gesloten verwarmingscircuits
●
ideale pH-waarde door zelfalkalisering na het vul-
len van de installatie
► Indien de benodigde waterkwaliteit niet kan wor-
den ingesteld, de hulp van een vakbedrijf inroe-
pen, dat zich in de behandeling van verwarmings-
water gespecialiseerd heeft.
► Bewaar een installatieboek bij voor warmwater-
verwarmingsinstallaties met de relevante plan-
ningsgegevens (VDI 2035).
16
16.2 Verwarmingscircuit spoelen,
vullen en ontluchten
De afvoerleiding van de veiligheidsklep is aange-
sloten.
Let erop dat de drempeldruk van de veiligheids-
klep niet wordt overschreden.
1.
Installatie steeds op het hoogste punt ontluchten.
2.
Bovendien de ontluchtingsklep op de condensor
in de warmtepomp openen.
2.1. Onderste afdekplaat openen:
● bij standaard apparaat aan de verdamperzijde
● Bij apparaatvariant L aan de ventilatorzijde
2.2. Ontluchtingsklep openen.
1 Condensaatbak
2 Ontluchtingsklep
3 Bovenkant platenwarmtewisselaar
3.
Condensor ontluchten.
4.
Na de ontluchting onderste afdekplaat sluiten.
17 Hydraulische aansluitingen
isoleren
Hydraulische leidingen in overeenstemming met de lo-
kale voorschriften isoleren.
1.
Open de afsluiters.
2.
Voer een drukproef uit en controleer de dichtheid.
3.
Isoleer de externe, plaatselijke buisleidingen.
4.
Isoleer alle aansluitingen, armaturen en leidingen.
Technische wijzigingen voorbehouden | 83031300dNL | ait-deutschland GmbH