GIDS VOOR HET OPSPOREN VAN FOUTEN
De motor lijkt zwak.
De machine raakt oververhit.
Accu laadt niet.
De machine beweegt langzaam, ongelijk,
of helemaal niet.
Maaidek schakelt niet in.
58
-Nederlands
•
Verkeerde brandstof.
•
Water in de brandstof.
•
Verstopt luchtfilter.
•
Verstopt luchtfilter.
•
Kapotte bougie.
•
Carburateur niet juist afgesteld.
•
Verstopte luchtinlaat of koelribben.
•
Motor overbelast.
•
Slechte ventialtie rond motor.
•
Kapotte toerentalregelaar.
•
Roet in de verbrandingskamer.
•
Te weinig of geen olie in de motor.
•
Kapotte bougie.
•
Voorontsteking onjuist.
•
Slecht contact met kabelaansluitingen
accuklem.
•
Parkeerrem geactiveerd.
•
Bypass-klep op pomp open.
•
Aandrijfriem van de transmissie hangt slap of
is eraf gelopen.
•
Aandrijfriem van maaidek is losgekomen.
•
Contact voor de elektromagnetische koppeling
is los.
•
De mesknop is kapot of is losgekomen
van het kabelcontact.
•
De zekering is gesprongen.