6. Breng de trekstangen van de tractor zo ver
omhoog/omlaag, dat de machine ongeveer
horizontaal staat. Als oriëntatiehulpmiddel
dient een ketting (Fig. 183/1).
10.4.1
Aflegdiepte zaadgoed controleren
Cayena BAH0062-3 05.14
Fig. 183
7. Ca. 100 m op werksnelheid afleggen, daarna controle
de zaaidiepte van het zaaigoed
de arbeidsintensiteit van de snijschijven
de arbeidsintensiteit van de exacteg
de arbeidsintensiteit van de achtereg.
1. Leg ca. 100 m met werksnelheid af.
2. Leg het zaadgoed op meerdere plaatsen bloot en controleer de
zaaigoeddiepte.
Controleer de zaaidiepte van het zaaigoed.
Eerste keer 100 m na begin van de werkzaamheden
Bij de overgang van zware naar lichte grond en omgekeerd
Na bediening van de kouterset.
Werken met de machine
149