Instellingen
8.12
Rijpadritme/-teller afstellen
8.13
De machine aan één kant uitschakelen
GEVAAR
Beveilig de tractor en de machine
tegen onbedoeld starten en in
beweging komen.
1. Demonteer de buitenste kap van de
verdeelkop (Afb. 152/1).
2. Monteer het inzetstuk (Afb. 152/2) zodanig,
dat de zaadgoedtoevoer naar de
betreffende kouter onderbroken is.
3. Halveer de hoeveelheid uitgezaaid zaad
(zie bedieningshandleiding boordcomputer).
130
1. Zoek het benodigde rijpadritme in de tabel (Afb. 92, op pagina
83) en voer dit in de boordcomputer
2. Zoek in de afbeelding (Afb. 93, op pagina 85) de rijpadenteller
voor de eerste slag en voer deze in de boordcomputer
3. Stel de reductie van de zaadgoedhoeveelheid (%) bij het
aanleggen van rijpaden in het menu Machinedata in de
2)
boordcomputer
in.
4. Schakel de interval voor rijpadschakeling in het menu Werk in de
2)
boordcomputer
in resp. uit.
1)
zie bedieningshandleiding AMADRILL+/AMATRON 3
2)
zie bedieningshandleiding AMATRON 3
De rijpadenteller is aan de werkstandsensor gekoppeld. Elke keer dat
u de machine omhoog brengt, schakelt de rijpadenteller een cijfer
verder.
Door op de rijpaden-STOP-knop wordt voorkomen dat de
rijpadenteller verder schakelt (zie bedieningshandleiding
boordcomputer).
Afb. 152
Verwijder vóór het aaneengesloten rijden het inzetstuk en stel de
volledige volle hoeveelheid uitgezaaid zaad.
1)
in.
1)
in.
Cayena BAH0062-3 05.14