5.7.8
Schakelschema van de installatiemodule voor binneneenheid met menger voor externe bijverwarming
TR
7
TR
3
Afb. 12 Schakelschema van de installatiemodule voor binneneenheid met menger
Doorgetrokken lijn = fabrieksaansluiting
Gestippelde lijn = aansluiting volgt bij installatie:
[1]
CAN-BUS naar warmtepomp
[2]
[FM0] Alarm extra verwarming (~230 V ingang)
[3]
Voedingsspanning 230 V ~1 N
[4]
Openen
[5]
Sluiten
[6]
Codeerschakelaar en LED-buscommunicatie
[T0] Aanvoersensor
[T1] Buitentemperatuursensor
[TW1]Tapwatervoeler
[TC0] Warmtedragende vloeistof ingang
[TC1] Warmtedragende vloeistof uitgang
[TC3] Condensortemperatuur
[I1] Externe ingang
[TR7] verwarmingsgastemperatuursensor
[TR3] vloeistoftemperatuursensor
[MK2]Dauwpuntsensoren
[Buzzer]Melder (toebehoren)
[EMO]Vraag externe bijverwarming (0–10heiV-regeling)
[PC0] Circulatiepomp PWM-signaal
[I4] Externe ingang
[VMO]MXV (mengventiel) sluiten
MXV (mengventiel) openen
[EW1]Vraag voor elektrische bijverwarming (toebehoren) in boiler
(~230 V ingang)
[EMO]Vraag externe bijverwarming (On/Off)
Compress 3000 AWBS – 6720892226 (2020/06)
[PW2]Warmwatercirculatiepomp
[E3] [HC] Verwarmingskabel, ~230 V vermogen (toebehoren)
[PK2] Circulatiepompkoeling buffer/ventilatorconvectoren
[VW1] 3-wegklep voor warm water (toebehoren)
[PC1] Circulatiepomp (cv-systeem)
[PC0] Pomp (pomp primair circuit/cv-pomp)
Maximale belasting voor relaisuitgangen: 2 A, cos φ > 0,4.
Maximale belasting voor CUHP-Inst.: 6,3 A
Opmerking voor ingang I1 (aansluiting 13, 14) en I4 (aansluiting 49,
50).
Contact op het bestanddeel of het relais, dat op deze ingang is aangeslo-
ten, moet voor 5 V en 1 mA geschikt zijn.
Opmerking over [6]:
de codeerschakelaars A en P mogen niet worden versteld! Anders treden
fouten en storing op!
Belangrijk: codering bij vervanging controleren!
Installatie
15