Veiligheidsinstructies
2 Veiligheidsinstructies
Hete oppervlakken Verbrandingsgevaar door hete oppervlakken
Hete vloeistoffen Verbrandingsgevaar door hete vloeistoffen
Defect apparaat Verwondingsgevaar door defect apparaat
Brandbeveiliging Brandgevaar door vervuiling en vetophopingen
10
Het apparaat voldoet aan de relevante veiligheidsnormen.
Resterende risico's bij de bediening of als gevolg van een onjuiste
bediening kunnen niet worden uitgesloten en hiernaar wordt specifiek
verwezen d.m.v. de veiligheids- en waarschuwingssymbolen.
De bediener moet bekend zijn met de regionale voorschriften en dient
deze op te volgen.
Gebruik De volgende groep mensen moet bij de bediening onder toezicht
staan van een persoon die voor de veiligheid verantwoordelijk is:
•
Personen die fysiek, sensorisch of mentaal niet in staat zijn of niet
beschikken over de nodige kennis en ervaring om het apparaat
zoals beoogd te bedienen.
De persoon die toezicht houdt moet met het apparaat en de daarmee
verbonden gevaren bekend zijn.
•
Armen en handen beschermen met geschikte
veiligheidshandschoenen.
•
Direct na het gebruik verwarmingselementen,
verwarmingsoppervlakken of accessoires niet aanraken.
•
Oppervlakken voor het reinigen laten afkoelen.
•
Armen en handen beschermen met geschikte
veiligheidshandschoenen.
•
Bakken voorzichtig uitnemen, transporteren en legen.
Gevaar van chemische brandwonden door verdampende reiniger
•
Instructies van de fabrikant van het reinigingsmiddel in acht
nemen.
Verbrandingsgevaar door stoom
•
Armen en handen door veiligheidshandschoenen beschermen.
•
Defect apparaat van het elektriciteitsnet scheiden.
•
Defect apparaat niet gebruiken.
•
Apparaat alleen door bevoegd gekwalificeerd personeel laten
repareren.
•
Apparaat na gebruik reinigen.
Brandgevaar door oververhitting
•
Het apparaat tijdens het bedrijf in de gaten houden.
Bedieningshandleiding