Inhoudsopgave
Advertenties
Voorzorgsmaatregelen bij het rijden op hel-
lingen
Tijdens het rijden op een helling wordt de machine onsta-
biel, raakt uit balans en wordt deze moeilijk te bedienen.
Volgende bedieningsvoorschriften moeten daarom strikt
nageleefd worden.
Rijd altijd met de onderwagen naar de helling gericht,
nooit in de dwarsrichting. Rijd nooit op een helling met
een hellingsgraad hoger dan 10°.
Als u over een helling moet rijden om een specifieke
bouwplaats te bereiken, zorg er dan voor dat u een ander
pad volgt bij het oprijden van de helling zoals getoond in
de afbeeldingen.
Om de machine niet plots sneller of trager te laten rijden,
moet u altijd de modus lage rijsnelheid kiezen en de rijre-
gelhendels bedienen.
LET OP: Tijdens het rijden op een helling nooit de rijmo-
dus naar hoge rijsnelheid schakelen aangezien de ma-
chine hierdoor plots sneller gaat rijden waardoor hij on-
stabiel en moeilijker te besturen wordt.
LET OP: Als de hydraulische olie niet voldoende warm is,
dan kan de machine niet op haar volle capaciteit komen.
Zorg ervoor dat de hoofdsystemen van de machine volle-
dig voorverwarmd zijn voordat u een steile helling oprijdt.
Benader de helling zoals getoond in de afbeeldingen om
omhoog of omlaag te rijden.
De onderwagen zal naar de helling gericht zijn met de
schuif in de rijrichting en de rijreductietandwielen aan de
achterzijde.
De bovenbouw moet op de onderwagen uitgelijnd worden
en zal zo gericht worden dat deze een goede zichtbaar-
heid biedt in de rijrichting.
Het werktuig aan de voorkant moet uitgelijnd worden op
de rijrichting en moet zo geplaatst worden dat de arm ver-
ticaal is en de onderkant van de bak 20 – 30 cm (7.9 –
11.8 in) van de grond.
Tijdens het rijden op een helling nooit de bovenbouw of
de giek naar de rechte positie zwenken. Vooral bij het
omhoog rijden van een helling de bovenbouw nooit naar
de voet van de helling zwenken: hierdoor kan de machine
omkantelen.
Als de machine begint te glijden of zijn stabiliteit verliest
tijdens het omhoog rijden van een helling, onmiddellijk de
bak op de grond zetten en de rijregelhendels loslaten.
Draai nooit tijdens het omhoog rijden van een helling zo-
dat de machine niet uit balans raakt. Zorg ervoor dat u op
een horizontaal terrein het draaimanoeuvre uitvoert als u
van rijrichting wilt veranderen.
4 - BEDIENINGSINSTRUCTIES
4-24
12
LELI11E0219AB
13
LELI11E0218AB
14
SMIL16MEX3262BB
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
