8. Controleer na twee seconden of alle lichtjes op het
instrumentenpaneel uit gaan, uitgezonderd het mo-
toroliedruk-waarschuwingslichtje (4) en het acculaad-
waarschuwingslichtje (5).
9. Voer het wachtwoord in om de motor te kunnen starten
als de ESL op Altijd is ingesteld.
Wacht 10 min voordat u opnieuw probeert het wacht-
woord in te voeren als u 5 keer achtereenvolgens het
verkeerde wachtwoord heeft ingevoerd.
(Zie pagina 4-1)
10. Draai bij een omgevingstemperatuur lager dan 10 °C
(50 °F) de contactsleutel (3) op HEAT (VERWAR-
MEN).
11. Toeter met de claxon met de knop op de rechter be-
dieningshendel om te waarschuwen dat de machine
gestart zal worden.
12. Draai de contactsleutel op START als het lichtje van
de motorvoorverwarming (6) uit gaat.
De lopende motor heeft ongeveer 1 s nodig om na
het aanslaan te stabiliseren.
Laat de contactsleutel los als de motor regelmatig
loopt.
LET OP: bij erg koud weer kan het aanslaan van de motor moeilijk verlopen. Draai de contactsleutel op OFF als de
motor niet binnen 10 s na de activering van de startmotor aanslaat. Wacht 2 min voordat u probeert om de motor
opnieuw aan te laten slaan.
LET OP: wanneer de motor bij erg koud weer gestart wordt, kan tijdelijk stoom worden geproduceerd waardoor de
uitlaatgassen wit kleuren.
LET OP: meteen nadat de motor is gestart, is het motorgeluid harder dan wanneer de motor is opgewarmd, en ook de
kleur van de uitlaatgassen is witter of zwarter dan de rook die bij normaal gebruik uit de uitlaat komt. Het motorgeluid
en de kleur van de uitlaatgassen worden normaal nadat de motor is opgewarmd.
LET OP: wegens resonantie kunnen trillingen sterker worden wanneer de motor een laag toerental maakt. Door het
motortoerental iets te verhogen neemt het trillen af.
4 - BEDIENINGSINSTRUCTIES
4-4
3
SMIL16MEX1501AA
4
SMIL16MEX0400AA
5
SMIL16MEX1501AA